Auto kapot

Kobe had sinds enkele weken zijn rijbewijs gehaald en dat gaf hem een enorm gevoel van vrijheid. Af en toe mocht hij de auto van zijn papa gebruiken om leuke uitstapjes te doen. Hij reed met vrienden naar de wedstrijden van zijn favoriete voetbalclub of kon zijn boodschappen doen met de glimmende zware auto van een gekend Duits merk.

Maar cafébezoek of uitgaan tijdens het weekend moest nog steeds met de fiets of het openbaar vervoer. Zijn wijze vader had hem met aandrang verboden de auto te gebruiken om in het uitgangsleven te duiken.

Op een avond stond er een optreden gepland van een van hun favoriete groepen niet ver van het dorp waar Kobe en zijn familie woonden, maar net te ver om er op een comfortabele manier naartoe te fietsen. Met een paar vrienden werd er overlegd en gezocht naar een leuke manier om op concertbezoek te gaan. Uiteindelijk kwam er het voorstel om die zaterdagavond de auto van de papa even te lenen zonder toestemming. Kobe vond het eigenlijk niet zo een goed idee maar wou zijn maten toch niet teleurstellen. Daarom besloten zij om die avond de auto stiekem uit de garage te halen en de verplaatsing met zijn allen in één auto te doen.

In de vooravond plaatste Kobes papa zijn voertuig netjes in de garage en besloot om er een rustige TV-avond van te maken. Kobe daarentegen zat er nogal  gestresseerd bij want een paar uur later zou hij het er op wagen de auto van zijn papa uit de garage te gaan halen. Tegen het afgesproken uur zei hij goede avond tegen de rest van de familie, nam stiekem de reservesleutel van de BMW, de andere sleutel zat helaas nog in de zak van zijn papa, en begaf zich naar de garagebox achter in de tuin. Haast geruisloos rolde de bolide uit zijn schuilplaats en heel voorzichtig begaf onze vriend zich op pad.

In het nabijgelegen dorp hadden de vrienden een van de betere avonden van hun nog jonge leven en zij genoten met volle teugen van de loeiharde muziek. Kobe onthield zich voorbeeldig van alle alcoholische dranken en na enkele uren begaven de uitgelaten jongeren zich naar de parking nabij de grote zaal.

Consternatie toen ze bij de auto aankwamen. De rechtervleugel vooraan was licht beschadigd en dat zou voor Kobe een hele moeilijke worden om daar thuis een plausibele uitleg voor te vinden. Even sloop er paniek in zijn gedachten, maar een van zijn vrienden had misschien een oplossing. 

Een van zijn kennissen had een garage en was nogal bedreven in het behandelen van carrosserieën en aanverwanten. Hij kon misschien een en ander herstellen tegen weliswaar een flinke vergoeding. En inderdaad, de vriend van de vriend was bereid om de schade te verdoezelen en voor een leek onzichtbaar te maken. 

Een uurtje schuurwerk en een likje verf zou in dit geval wonderen doen.

Opgelucht keerde Kobe huiswaarts en heel voorzichtig plaatste hij de glimmende auto weer in zijn slaapplaats zoals hij hem daar gevonden had.

’s Anderendaags kwam vader aan de ontbijttafel terwijl Kobe, schijnbaar heel ontspannen, aan zijn derde broodje begon. Papa daarentegen zag er helemaal niet goed uit. Een beetje bleek, fel zwetend en duidelijk in de war. 

‘Wat scheelt er papa?’ vroeg Kobe die nu toch wel een beetje ongerust werd. ‘Heb je een slechte nacht gehad?’. ‘Helemaal niet’ antwoordde hij ‘maar gisteren kwam ik na het werk naar huis en had een kleine aanrijding op de parking. De vleugel vooraan was een beetje beschadigd, maar toen ik daarnet nog eens ging kijken naar de opgelopen schade stelde ik vast dat er helemaal niks mis mee was’ stamelde hij.

[Een bijdrage van Stefaan De Rudder]