Brommer

Is dit verhaal pure fantasie of is het waar gebeurd. Ik laat het aan de fantasie van de lezer over maar geloof zelf wat ik graag geloof.

In de instelling waar Kobe werkte gebeurden wel eens rare dingen. Vooral in de jaren ‘80 werden er wel eens bizarre beslissingen genomen. 

Zo was het geweten dat de verzekeringsmaatschappij die de meeste dossiers beheerde ook instond voor de verzekering van die ambtenaren die tijdens hun dienst invalide werden verklaard. Er werden zelfs quota afgesproken en dat opende natuurlijk mogelijkheden. Zo werden ambtenaren die eigenlijk nog perfect konden functioneren op invaliditeit gestuurd wegens reorganisatie van de dienst of omdat hun job niet meer nuttig was.

Een bijzonder geval van werkonbekwaamheid was in die tijd een collega van Kobe. Hij was nog niet zo lang aangeworven als bode en kreeg een plaats op de gang naast 2 andere bodes. Maar al gauw begon hij te zeuren over het werk dat hij moest verrichten, dat hij niet meer gemotiveerd was, dat zijn collegas niet met hem samenwerkten, dat zijn directe oversten hem niet lustten en patatie en patata. 

Op een morgen verscheen hij aan de ingang van het gebouw met een motorhelm op en een paar fietsspelden onderaan zijn broek. Bij het betreden van het gebouw maakte hij geluiden die deden denken aan een bromfiets. Bromgeluiden die de motor nabootsten en een speciale tred die deden denken aan een fietser. Wanneer hij ergens naartoe moest om post af te leveren deed hij alsof hij met de bromfiets kwam. ‘Broem, broem’ ging het constant en telkens weer zette hij de helm op en draaide hij de fietsspelden rond zijn broek. Bij het kantoor aangekomen stopte hij de brommer, zette hem tegen de muur en leverde de brieven of de pakjes af bij de bestemmeling. De hele dag hetzelfde scenario. Brommer op en brommer af, ‘broem, broem’ zoevend door de gangen.

De eerste uren werd er flink gelachen met zijn gek gedrag, maar stilaan maar zeker begon hij op de zenuwen te werken van zijn collegas, oversten en eenieder die met hem te maken had. ’s Anderendaags werd hij dan ook op het matje geroepen bij zijn ‘chef’. Die kon er niet mee lachen dat zijn ondergeschikte ook hier met zijn ingebeelde brommer arriveerde die hij netjes tegen de muur van het bureau zette. Ondanks een flinke uitbrander reed de jongeman verder op zijn bromfiets. 

Omdat hij volhardde in de boosheid werd hij door de directie ontboden maar ook daar kwam hij aangereden met zijn geliefkoosd voertuig. De directie vroeg een advies aan de juridische dienst, maar ook die konden geen reglement vinden in de statuten van de ambtenaren die onze vriend in gebreke konden stellen. De jongeman reed rustig op zijn brommer verder door de gangen van het statige gebouw.

Ten einde raad stelde de directie voor om de gemotoriseerde ambtenaar op invaliditeit te sturen. 

Op een mooie lentedag kreeg hij een brief waarin hem werd uitgelegd dat de aangestelde commissie tot de bevinding was gekomen dat hij 100% werkonbekwaam was en dat hij derhalve naar huis mocht en zich niet meer hoefde aan te bieden op zijn werk.

Aan de uitgang van het gebouw gekomen zette hij zijn brommer tegen de balie van de receptionist, sprak de man aan en zei ‘ik kom hier nooit meer terug, en jij krijgt mijn brommerke cadeau’ .

[Een bijdrage van Stefaan De Rudder]