Jan Wastiels en de VUB

De naam Jan Wastiels doet misschien niet meteen een belletje rinkelen bij de Hoeilanders, toch was en is hij nog steeds een duivel doet al, zowel aan de VUB als in het Socio-Culturele leven in Hoeilaart.

Als jong gezin kwam Jan en zijn lieve echtgenote Gilberte Pijpen in 1980 uit Oudergem overgewaaid naar Hoeilaart waar zij al snel een bouwgrond kochten en een huis bouwden langs de Vriendschapstraat. Sinds een tiental jaar verhuisden ze naar de nabijgelegen Tenboslaan waar zij een zeer mooie woning betrekken met een grote, groene tuin en een paar authentieke serres. In die tuin en serres kan Jan echt zijn ding doen en het ziet er dan ook prachtig uit. In de serres teelt hij trouwens heel lekkere druiven, de typische Hoeilaartse ‘Mollekes’.

Al gauw kwamen er 3 prachtige kinderen. Sara werd burgerlijk Ingenieur bouwkunde, Lisa Ingenieur-Architect en sportieve Koen studeerde Lichamelijk Opvoeding en sportmanagement. 

De kinderen gingen naar de Rijksbasisschool en papa sloot zich aan bij de vriendenkring waar hij het voorzitterschap waarnam. Later werd hij voorzitter van de lokale schoolraad en trad hij toe tot de Raad van Bestuur van de scholengemeenschap.

Het zou daar niet bij blijven. In 1983-1984 ontstond er in onze Gemeente een anti-rakettenbeweging en daar groeide het latere PW 88 uit (heden PRO Hoeilaart) en Jan werd stichtend voorzitter van deze lokale linkse partij. Zijn engagement in de scholengemeenschap noopte hem er wel toe om al snel een stapje terug te zetten om mogelijke conflicten te vermijden.

Zijn inzet bracht hem ook naar de Berken waar hij Voorzitter werd van de Raad van bestuur en als toemaatje doet hij ook nog vrijwilligerswerk in het rusthuis waar hij de go between is tussen de lokale Bib en de bewoners die graag lezen.

Studeren deed Jan in het Atheneum van Oudergem. Deze in onze streek zeer gekende school kende veel ups en downs en bestaat ondertussen niet meer. Hij had daar zeer goede leerkrachten en legde er de basis van een succesvolle universitaire studie en een briljante carrière in de academische wereld.

Aan de VUB studeerde hij in 1973 af als Bouwkundig Ingenieur. Deze faculteit stond nog in haar kinderschoenen want de eerste afgestudeerden dateren van 1971. Het was de periode net na de splitsing ULB-VUB toen er aan de hele VUB zowat 1500 studenten waren. Vandaag zijn er dat meer dan 20.000.. 

Jan bleef aan de VUB hangen, werd assistent bij professor Van Geen en doctoreerde in 1980. Prof. Van Geen werd ondertussen decaan en later rector wat impliceerde dat Jan zijn doctoraatstudie zelfstandig afrondde.

Na zijn legerdienst werd hij vast benoemd assistent en vervolgens vrij snel en een beetje onverwacht, in 1986, prof. Het was de periode dat het studentenaantal spectaculair steeg wat zorgde voor meer financiële middelen en een uitbreiding van het academisch kader van de faculteit ingenieurswetenschappen.

Daar waar vroeger het lesgeven en opleiden de belangrijkste taak van de Unief was (Jan gaf in zijn carrière een vijftiental cursussen in de opleidingen bouwkunde, architectuur, materiaalkunde en geologie) is dat nu geëvolueerd en is vooral het wetenschappelijk onderzoek van belang. Wie nu prof wil worden moet over een serieus wetenschappelijk dossier beschikken. Slechts 15 tot 25 % van alle ingediende onderzoeksdossiers krijgt achteraf ook een financiering en dat betekent veel frustratie bij de jonge gedoctoreerden en professoren.

Zelf heeft Jan een 300-tal publicaties op zijn actief in internationale tijdschriften, meestal in samenwerking metdoctoraatsstudenten onder supervisie van de prof. 

In 1998 werd onze dorpsgenoot hoogleraar en daarna vice-decaan en decaan, in totaal 8 jaar. De faculteit ingenieurswetenschappen bestond uit ongeveer 150 personen en het was zijn taak om alles te organiseren. Het was wel een moeilijke periode door de omschakeling van de traditionele opleidingen naar het huidige bachelor-master systeem, waarvoor veel contacten met de decanen van Gent en Leuven nodig waren. Ondertussen ging het lesgeven verder en werd ook nog verder aan wetenschappelijk onderzoek gedaan. Het was de periode dat Jan gemakkelijk 75 uren per week aan de slag was. 

Nadien werd hij departementsvoorzitter van de opleidingen Bouwkunde en Ingenieur-Architect, waar hij ervoor zorgde om de twee departementen te laten samenwerken en een gemeenschappelijke infrastructuur uit te bouwen, waar hij bijzonder trots op is.

Een van de onderzoeken leidde tot het ontwikkelen van nieuwe materialen : Vuboniet. Vuboniet wordt vaak gebruikt door kunstenaars als alternatief voor polyestersculpturen. Het materiaal is licht, onbrandbaar, milieuvriendelijk (geen solventen, geuren) en heeft een hoge druksterkte. 

Voorbeelden van artistieke toepassingen zijn de koppen van kunstenaar Franz West op het Rubensplein in Knokke, de beelden in metrostation Bizet, de leeuw aan de Maas in Maastricht, en meer technische toepassingen als de perronverlichting van de TGV in Brussel, mobiele brandwanden in de USA, en een zeer geslaagde renovatie van het plafond van de Opera van Berlijn.  

Dit is een van de zichtbare resultaten die onder leiding van Jan Wastiels tot een prima resultaat hebben geleid. Maar Jan was niet alleen een gedreven onderzoeker en lesgever maar vooral een boeiend verteller.

[Een bijdrage van Stefaan De Rudder]