De Dreef aka Vlaanderveld

De eerste hittegolf van deze zomer is een feit, mijn vrouwtje en ik zitten op ons terras, stil en bekomend van de hoge temperauren overdag met een fris drankje, mijn gedachten dwalen af naar mijn kindertijd.

De tijd dat alle Hoeilaartse wijken hun eigen naam hadden … met mijn ouders en broers woonde ik op “De Dreef”, nu door jongere dorpsgenoten eerder Vlaanderveld genoemd.

In ons in 2012 vernieuwde GC Felix Sohie www.felixsohie.be kregen de lokalen namen van Hoeilaartse wijken: Computerzaal Tentrappen Computerspreekuur | Gemeente Hoeilaart, Dansatelier Welriekende, Kunstatelier Groenendaal, Muziekatlier ’t Lindeke, Polyvalente Zaal Molenberg, Toneelateliers Dumberg en Solheide, Zalen ’t Roth, Bakenbos, Sloesveld, Terdelle, Terheide, Terveld maar niets over De Dreef noch over Vlaanderveld.

Nochtans was De Dreef destijds een bruisende wijk, wij spraken van een wijk waar heel wat te doen was maar waarover te weinig geweten is. De komkommertijd is misschien een ideale gelegenheid om over dat verleden te vertellen.

In 1951 kwam ik er ter wereld, mijn ganse jeugd speelde zich ook daar af. Een jeugd van ravotten vooral in het bos gelegen tussen de spoorweg, de Brugstraat en Vlaanderveld.

Zoals ieder bos had dit ook zijn geheimen, zeker in het hoofdje van een actieve jongeling als ik. Kinderen en volwassenen hadden er een voetbalpleintje aangelegd, primitief maar veilig en ook voorzien van een heuse tribune uit een gracht gehouwen.

Er was ook een oud brugje gemaakt uit stenen met fossielen uit de zee. Ik vermoed dus dat de zee tot  Hoeilaart reikte. Wij probeerden onder het brugje door te kruipen maar dat mocht natuurlijk niet van onze  ouders, het was te gevaarlijk daar het maar 60 à 70 cm hoog was.

Vroeger moet die brug hoger geweest zijn maar door de hevige regens stilaan dichtgeslibd en niet meer toegankelijk, het brugje verdween onder de aarde aangevoerd vanuit nieuwe tunnels in Brussel (eind jaren 60).

Zoals in vele wijken maakten wij ook kampen in de bomen en zelfs ondergronds, vraag dat maar aan een zekere Guy R.

Tijdens de oorlog stonden daar hoge bomen die gekapt werden door soldaten. Zo is er ooit een kind onder een boom terechtgekomen, een kindje uit de Brugstraat.

Ook maakte de straat zelf deel uit van ons kinderdomein. Toen was dat mogelijk, Koning auto deed pas later zijn intrede. Daar voetbalden de volwassenen zelfs mee en dan maar ruiten van de serres horen en zien sneuvelen en papa had werk voor herstellingen.

Achter de brug van Vlaanderveld bevond zich “Den Hoger-Op”, het voetbalterrein van Eendracht Hoeilaart en “De Zwarte Duivels”. Kinderen gingen er voetballen maar werden steevast weggejaagd door boeman “Miel-Pik”, niet echt een kindervriend. “Hoger op” was tevens de naam van een toenmalige toneelvereniging, gesteund door Burgemeester Frans Vandervaeren (cfr. Jeanne Decoster zaliger).

Thuis was het ook wel gezellig, maar helemaal anders als nu. In de winter zaten we allemaal rond de kachel en luisterden we naar de radio ook wanneer er moest doorgewerkt worden om iets bij te verdienen, b.v. veldsla schoonmaken rond de tafel om die de dag nadien te verkopen in de veiling van Hoeilaart waar mijn vader werkte en waar nu de AD Delhaize is gevestigd.

Geen tijd voor hobby’s, ouders bleven steeds aan het werk. Vanaf het begin van het jaar stond de  druiventeelt centraal in onze gemeente. Zoals men zei “De serren in brand doen”. Dat was het aansteken van de vuren om de serres te verwarmen wat ook ons verplichtte ’s nachts op te staan om de “fernaaze te doen”, fornuizen bij te vullen met kolen. Eens de takjes kwamen kijken, deze verzorgen, de trosjes “ombinge” aanbinden, “knippen” (uitkorrelen) tot zij voor heerlijk fruit zorgden De Vlaams-Brabantse tafeldruif | Gemeente Hoeilaart en verkopen aan de druivenmarchands. Dat zal iedereen nog wel weten die ooit druiven heeft gehad. Voor streekproducten zie ook Kaastaart | Gemeente Hoeilaart.

De radio heeft mijn leven bepaald, een beetje zoals dat van zanger Stef Bos Stef Bos – Wikipedia.Bij het opstarten van de radio was er “een groen oog“ dat groter werd. Bij volledige grootte kwam de klank van de muziek. Wat een wonder! Het soldatenuurtje met Julien Put Julien Put – Wikipediawas voor mij één van de beste programma’s. De stem van Julien was zo mooi. Ben later door de muziek bevriend geworden met Julius. Een oom kreeg bij den BRT plaatjes die ze niet meer gebruikten en ik kreeg die van hem op mijn beurt.

Het was ook de tijd van punten en prentjes sparen. Zo kon je punten uitknippen van de kaasverpakkingen van “Kraft” en kon je een 45-toerenplaatje verkrijgen van “Kraftone”.

In de repen chocolade van Jacques staken prentjes. Het was de verzameltijd bij uitstek.

Wat moest je doen in die tijd ? Een TV hadden we nog niet, pas in 1958 kwam dit toestel in huis. Ik denk zelfs één van de eersten op Vlaanderveld. Dikwijls zat het huis vol buren en vrienden om naar het voetbal te kijken. Dat was pas gezellig!

Vlaanderveld telde meerdere cafés, handelaars, winkels, zie “Waar voor mijn geld in Hoeilaart”Encyclopedie van Hoeilaartse handelaars van 1950 tot 2015 door Roger Dewit – De mens en zijn ding: Roger Dewit – RandKrant. De zondag was het kaartspelen bij Charles Goudmaeker en Elisa Quintelier of bij Kalit (Pierre Denies en Lucie Demaerschalk), maar met de jaren verdween elk café en ook elke buurtwinkel.

We hadden een goede voetbalploeg met  spelers van Racing Hoeilaart, Eendracht Hoeilaart en zelfs Union Sint-Gillis. Een ploeg die zelfs kon wedijveren met ploegen uit provinciale. Dat waren allemaal jongens uit dezelfde straat.

We namen eveneens deel aan het jaarlijkse spel “Het Hele Dorp” en tevens aan de folkloristische stoet ’s zondagsnamiddags (tweemaal, de laatste zondag van september en de eerste van oktober) tijdens de Druivenfeesten. Het grappigste voorval was de vrachtwagen van Jules Decafmeyer die meereed als praalwagen voor Vlaanderveld. De wagen stond in het park te wachten tot de stoet vertrok. Eens het moment daar was startte Jules zijn vrachtwagen met als gevolg dat we elkaar niet meer zagen staan door de uitaatrook. Zoiets vond ik geweldig. Er waren zelfs mensen bij wiens witte bloes of hemd zwart zag.

Ter hoogte van de Terdellestraat heeft er ooit een waterpomp gestaan. Wat nog bestaat is het kapelletje waar vroeger gebeden werd en ook voor de genezing van ernstig zieke mensen. Je kon er een kaarsje aansteken. Die kapel heeft ooit in het midden van de straat gestaan maar is verplaatst naar waar ze zich nu in alle eenzaamheid bevindt.

In de jaren 50 tot begin 60 vonden wij het plezierig om op de brug van de spoorweg te staan wanneer de stoomtrein voorbij kwam. Mijn ouders konden ruiken van waar ik kwam.

Waar we ook speelden was juist achter de brug aan de linkerkant van de Charles Melottestraat. Daar was veel plaats in die tijd, we hadden meteen het voetbalterrein ingepalmd. Nu is alles echter volgebouwd.

Nog een interessant weetje. Bij het uitscheppen van aarde voor een waterput voor een nieuwe serre kwamen we op één meter diepte op stukken hout uit van sparren en op drie meter diepte  op schelpen, zand en keien. Vlaanderveld zou uit een sparrenbos bestaan hebben. Neem ook eens een kijkje op Koninklijke Heemkundige Kring Hoeilaart (heemkundehoeilaart.be).

Twee zijstraatjes van Vlaanderveld waren bezienswaardig. Nu is er nog “het bergje dat uit enkele kleine huisjes bestaat, iets voor de Terdellestraat gelegen. Je had eveneens Vosdelle (ook de naam van Vrij Kunstatelier Vosdelle) en Terdellestraat. Beide kwamen uit in de Charel Co ppenstraat. De Terdellestraat was/is smal, lees ook Steegjeswandeling | Gemeente Hoeilaart

Ongeveer twintig meter voorbij de ingang stonden twee huisjes met een tuin achter een poortje. Je zou kunnen denken “een klein begijnhof”. Dat vond ik als kind heel mooi en daar woonde familie. Ooit was in dat straatje ook een café dat heette bij Vanmoer. Op de muur heeft er lange tijd nog een reclamebord gehangen van bier. Spijtig genoeg is alles verdwenen.

Dan heb je de Vosdellestraat. Toen was de weg in slechte staat, die steile weg werd opgenomen in het parcours van het veldrijden in Hoeilaart. De tijd van “Pattatje” en Pierre Kumps (overleden in 2015). Pierre was afkomstig uit Overijse en is 83 jaar geworden. In 1959 won hij, 1960 was hij vijfde, in1961 terug eerste en erna nog dikwijls winnaar. In die periode was er heel veel volk op de been om naar de cross te kijken. Dan vooral in de Vosdelle. Ik denk dat die cross tot in 1966 heeft plaatsgevonden.

De geschiedenis herhaalt zich steeds, sinds een aantal jaren kan je meedingen in de steegjesrace tijdens het jaarlijkse Druivenfestival Hoeilaart: Steegjesrace | Gemeente Hoeilaart.

Af en toe rijd ik nog eens langs Vlaanderveld en denk aan die mooie tijd van weleer … meer nog op Hoeilaart Weleer

[Een bijdrage van Roland Charleer]