Vaccinaties

Zeer binnenkort zullen de meeste onder ons de mogelijkheid krijgen om zich vrijwillig te laten vaccineren tegen SARS-Cov2. Maar hoe is de vaccinatie technologie nu eigenlijk ontstaan? 

Het pokkenvirus of Variola veroorzaakt een vreselijke ziekte waarbij talrijke blaasjes op de huid verschijnen (zie foto). Die blaasjes springen open en de wonden laten littekens achter. Het voorkomen van zulke littekens op Egyptische mummies toont aan dat deze ziekte reeds 1000 jaar voor Christus aanwezig was. In de 18e eeuw woedde de ziekte welig en vele van de besmette personen overleden aan de infectie. In het Ottomaanse rijk van de 18de eeuw had men een ‘variolatie’ techniek ontwikkeld. Hierbij kraste men het vocht van de blaasjes van een pokkenpatiënt met een naald in de huid van een nog niet besmet persoon (vergelijkbaar met de diagnostische cuti-test die wij lang geleden ondergingen op school om na te gaan of we met tbc-bacterie in contact geweest waren). De variolatie behandeling kon twee richtingen uitgaan: ofwel stierf de persoon aan de pokken ofwel overwon de persoon de ziekte en geraakte die nadien niet meer besmet. 

De techniek werd naar Engeland overgebracht en ‘geperfectioneerd’ zoals dat heet. De proefpersonen werden voorafgaand aan de variolatie eerst uitgehongerd, gepurgeerd en moesten een aderlating ondergaan, dan kwam de eigenlijke variolatie zelf en tenslotte werden ze tezamen opgesloten (in quarantaine gezet) tot de ziekte uitgewoed was. 

Edward Jenner (Berkeley, Engeland, °1749), had als jongeling de variolatie lijdzaam ondergaan. Toen hij later als plattelandsdokter actief was had hij gemerkt dat melkmeiden slechts een milde vorm van pokken ontwikkelden, wat in schril contrast stond met de soms tot 20% dodelijke afloop bij stedelingen. Zijn hypothese was dat melkmeiden beschermd waren tegen pokken doordat ze regelmatig in contact kwamen met koepokken. Koeien hebben van die virale infectie op een paar blaasjes op hun uier na weinig last. De koepokken waren in het Latijn als ‘Vacciniae’ of in het Frans als ‘vaccine’ gekend (afgeleid van het Latijnse ‘vacca’ wat koe betekent of ‘vache’ in het Frans). Om zijn hypothese te testen bracht Jenner in 1796 (dus meer dan twee eeuwen geleden) een 8-jarige jongen (James Phipps, de zoon van zijn tuinman, nota bene) in contact met het vocht uit blaasjes van koepokken (Vacciniae in plaats van het Variola virus, welke mensen infecteert). Anderhalve maand nadien werd die jongen in contact gebracht met het dodelijke Variola virus. Jenner constateerde dat James niet ziek werd. De techniek werd beschreven als ‘inoculatie met Vacciniae’ of simpelweg ‘vaccinatie’. 

Deze eerste vorm van vaccinatie werd sterk gecontesteerd (waar hebben we dat nog gehoord?). De artsen verdienden grof geld met de meer gevestigde variolatie techniek en zagen hun broodwinning verdampen. Sommigen beweerden dat de ziektekiemen van dieren, die door de vaccinatie toegediend werden aan mensen zou leiden tot vervormingen waarbij dierkenmerken (een staart of horens) zouden verschijnen. Ook de religieuze instanties waren tegen vaccinaties, met het argument dat het ontoelaatbaar was om met Gods schepselen te experimenteren. Toevallig, soortgelijke argumenten en verzinsels die we nu terug horen bij de opstart van Covid-19 vaccinaties. 

Na de dood van Edward Jenner (1823) werd de variolatie in Engeland verboden en nog later werd de vaccinatie verplicht. Het duurde nog tot 1890 vooraleer Emil Von Behring en Kitasato Shibasaburo de neutraliserende substantie in bloed (serum) die verantwoordelijk was voor de bescherming tegen de ziekte kon afzonderen. Ze noemden deze substantie ‘antistoffen’. Dus bij een vaccinatie gaan we een verzwakte, of een afgedode vorm van het virus (of ander pathogeen), of één enkel fragment van het virus bewust toedienen aan een persoon, zodat deze antistoffen aanmaakt. Die antistoffen circuleren in het bloed en zullen bij een latere infectie onmiddellijk dit virus herkennen en neutraliseren, zodat we beschermd zijn en niet ziek worden. 

Wij (de senioren) werden allemaal gevaccineerd met Vacciniae. Het stervormig litteken, meestal op onze bovenarm, is daar het bewijs van, tenminste als het door rimpels niet vervaagd is. Ik ben er stellig van overtuigd dat niemand in zijn familie of vriendenkring weet heeft van één persoon die aan pokken overleden is, niemand van onze generatie heeft een staart gekregen of horens ontwikkeld. Dus het vaccin is veilig en heeft geleid tot de uitroeiing van de natuurlijke vorm van het Variola virus. Janet Parker was de allerlaatste persoon die overleed in 1978 aan de pokken. Zij werkte in de medische faculteit van de universiteit van Birmingham, een verdiep hoger dan de onderzoeksgroep waar het Variola virus onderzocht werd. Dit was dus duidelijk geen natuurlijke besmetting meer. De laatste natuurlijke besmetting met Variola werd vastgesteld in het najaar van 1977. Ali Maow Maalin was de laatste ongelukkige die besmet geraakte door patiënten opgenomen in het Somalisch ziekenhuis waar hij werkte als kok, maar hij overwon de ziekte.

[Een bijdrage van Serge Muyldermans]