Mijn passie voor mineralen

Als student scheikunde had ik reeds een grote interesse voor mineralen en fossielen in de geologie lessen.

Deze interesse bleef sluimeren als een virale infectie die na enkele jaren incubatie in 1972 een serieuze boost kreeg op vakantie nabij de Granatenkogel op de grens tussen Oostenrijk en Italië. Bekend om de granaten in het schist gesteente.

In het plaatselijk cafeetje stonden ook enkele galeniet kristallen (looderts) afkomstig uit een plaatselijke loodmijn, en voor mijn verjaardag heb ik daar een boek over Mineralen gekregen van mijn vrouw, Betty.

Dit was voldoende om het latente mineraal-virus te activeren. Na eerst enkele jaren een bak- en blauwe steen koorts ben ik in 1976 in een mineralen club terecht gekomen en zo is mijn virus verder doorgebroken.

Zelf mineralen zoeken in België (Opprebais, Mont-sur-Marchienne, Vierves, Resteigne) en Duitsland (Idar-Oberstein). Aanvankelijk ging ik ook fossielen zoeken zoals haaientanden in de boomse kleigroeven, trilobieten in Vireux, spirifers in Barvaux of ammonieten en markassiet aan de Cap blanc Nez in Frankrijk. Later heb ik mij beperkt tot de mineralen.

Op een regendag in Salzburg bezocht ik het Natuurhistorisch/Mineralogisch museum. Daar werden de mineralen volgens vallei tentoongesteld, zo ben ik in Rauris gaan zoeken in 2 actieve steengroeves met prachtige vondsten zoals rutiel, anataas, toermalijn weliswaar kleine kristallen.

Na een vakantie in zuid Frankrijk belandden we bij een verzamelaar in het Centraal Massief: een dokter die in zijn auto koffer een hamer en bijtel liggen had naast zijn dokterstas. Bij wegenaanleg kon hij dat soms wel gebruiken. Hij woonde op de zuidflank van een Vallei in de Aveyron en rechtover zijn woning (op de noordflank) was een basaltgroeve met interessante mineralisatie.

Bij het dynamiteren zag hij de stofwolk vanuit zijn living en dan was hij er als eerste bij om in het nieuwe materiaal te gaan zoeken.
Het jaar daarop ging ik met hem een week zoeken in de streek van Espalion-Entraygues en in het WE bezochten we 2 mineraalbeurzen (Millau en Rhodez) waar ik dank zij zijn hem goede zaken geruild heb tegen materiaal uit België (calciet en haaietanden).
Aanvankelijk ging ik dus op vakantie en trachtte iets te vinden in de buurt, daarna werden de vakantie doelbewuster gericht op bekende vindplaatsen.

Het opzoeken van een groeve of lokale verzamelaar was in die periode een echt speurwerk, nu met de gegevens van internet is dit kinderspel.

Begin eighties zijn we ook enkele keren kwarts gaan zoeken in Zwitserland (Disentis en Sedrun); dit was 4 uur klimmen vooraleer aan de vindplaatsen te komen om dan 10-20 kg dalwaarts te sleuren waarvan het merendeel na reinigen toch “niet-dat-was”.

In het jaar van de Tsjernobyl ramp 1986 belandden we in Griekenland in de streek van LAVRION, bij de Sounion tempel waar vele toeristen uit Athene de zonsondergang komen fotograferen.

Deze streek is bekend om zijn talrijke antieke zilvermijnen. De “gouden eeuw van Pericles” in Griekenland was in feite een zilveren eeuw door de ontdekking en ontginning van looderts.

De oude Grieken konden het zilver (2.5%) uit die loodertsen halen en dit zorgde voor een ongekende welstand onder de burgerij van Athene, zodat deze lui tijd en geld hadden om zich bezig te houden met beeldhouwwerk, letterkunde, muziek, wetenschap en sport. Hiermee konden ze ook hun vloot en soldaten te betalen; dus veroveringen dank zij de mineralen.
Het lood werd ook gebruikt om hun zuilen te versterken. Het centrale gat van de zuil werd volgegoten met lood.

Wie nu Griekenland bezoekt zal deze gaten wel opmerken in de zuilen schijven maar nu zijn ze leeg omdat het lood gerecycleerd werd als kogels.
Vermits de Grieken hoofdzakelijk lood-zilverertsen ontgonnen werden deze mijnen eind 19e eeuw opnieuw geëxploiteerd door een Italiaanse maatschappij voor koper-, nikkel- en zinkertsen. Deze mijnbouw werd stopgezet in 1984 en dan konden we als verzamelaar op de storthopen en in de mijnengangen gaan zoeken naar de vele verschillende mineralen. In dit gebied komen meer dan 650 mineralen voor op een totaal ~5000, dus een eldorado voor de verzamelaar.

Naast de oorspronkelijke mineralen vindt men er ook vele antieke metaalslakken die in zee werden gestort om er vanaf te zijn: de milieuvervuiling bestond toen reeds. Deze metaalslakken bevatten vele luchtbellen en door de inwerking van het zeewater ontstonden daarin nieuwe kristallen, klein (orde van mm) maar des te prachtiger onder de microscoop.

De aanschaf van een microscoop opende een totaal nieuwe wereld niet alle mineraalsoorten zijn goed zichtbaar met het blote oog.

Een zelf gevonden stuk thuis kraken en een daarin iets mooi ontdekken is mijn geliefde bezigheid. Het is een verlenging van de vakantie en men stoot telkens op nieuwe verrassingen.

In Lavrion ontmoette ik ook een Weense verzamelaar waarmee ik nu reeds 30 jaar ruil met materiaal van België (zelfgevonden) of van Katanga dat ik via een Congolese student vastkreeg.

Dit belicht een interessant aspect van mijn hobby verband mineralogie, archeologie, economie en reizen en contacten zoeken met locals.

Mineralogisch en archeologisch is Lavrion een zeer interessante vindplaats maar het was nog een verlaten mijnstad en het comfort van het hotel was minimaal wat voor Betty wel belangrijk was.

Zo zijn we dan ook meerdere keren naar Spanje geweest waar we beiden onze gading vonden.

In 2006 had ik de gelegenheid met een groepje naar NAMIBIË te gaan: deels klassieke safari, deels bezoeken aan lokale mijnwerkers of zelf kappen in een steengroeve met een Duitse geoloog. De basalt wordt ontgonnen als ballast voor spoorweg aanleg in Namibia en bevatte vele gaatjes met juweeltjes van kristallen (<5 mm), maar zo hard dat elke slag als een klok klinkt zodat dit gesteente de naam van Phonoliet krijgt.

Drie Jaar na ons bezoek is er een artikel verschenen over deze groeve met de beschrijving van enkele nieuwe mineralen. Groot was mijn verbazing te zien dat we deze nieuwe mineralen reeds in ons materiaal meehadden.

Een volgende reis bracht ons in TANZANIE met een Antwerpse club.
Na de klassieke wildsafaries, met enkele Masai robijnen en granaten gaan delven en zeven: zwaar werk bij 30-35° voor magere opbrengst.
Dan maar enkele mijnwerkers bezocht o.a. in de wereldberoemde Tanzaniet mijn, de enige vindplaats van deze prachtige paarse edelsteen, maar het aanbod was maar mager. Elke mijnwerker graaft er zijn eigen schacht en leven er in erbarmelijke omstandigheden. Als ze iets vinden is het Bingo.

In 2009 in de Egyptische Oostelijke woestijn beland met dezelfde club (tussen Nijlvallei en Rode Zee). Daar zijn we gaan zoeken in de oude smaragd mijnen van Cleopatra : en ja ik heb een groene kristal van 8 mm gevonden. Toch weer een fijne ervaring.

Tijdens deze reis werd ik ook nog besmet met het “woestijnvirus”. Waarom een vijf sterrenhotel opzoeken als men kan inslapen onder miljoenen sterren aan het firmament.

Zo zijn we op meteorieten zoektocht geweest naar de Kamil Krater in het zuiden van Egypte op 600 m van de Soedanese grens. Dit is de kleinste best bewaarde krater op onze planeet die pas in 2008 ontdekt werd via de satelliet beelden van Google Earth.

Een Italiaans-Egyptische expeditie was daar als eerst in februari 2009. Wij hadden de gunst om daar in februari 2011 reeds te zijn na een woestijntocht off-road van 4 dagen heen en 4 terug . Onze eerste vondsten waren maar mager maar in de loop van 2011 is het wetenschappelijk artikel verschenen en dan hadden we een beter inzicht hoe de inslag geweest was en zijn we maar terug gegaan in november datzelfde jaar met prachtige vondsten. Deze Kamil krater werd gevormd door een inslag van een meteoor ongeveer 5000 jaar geleden, en werd reeds beschreven door de oude Egyptenaren.

Een anekdote hierbij: onze vlucht op Cairo was op zondag, maandag reden we 400 km zuidwaarts (on-road) tot Bahariya, dinsdag 25 januari 2011 de Witte Woestijn bezocht en dan woensdag morgen kregen we allen een bericht op onze GSM om te vragen hoe het daar was, want dinsdag avond werden de beelden van de opstand in Cairo getoond op de Vlaamse TV’s. We hadden amper de tijd om te antwoorden voor het GSM bereik uitviel want we zaten al dieper in de woestijn.

Wij wisten echter van niets, onze reisleider wel vermits hij een satelliet GSM had en verwittigde een persoon van het thuisfront om hen gerust te stellen. Het nadeel was dat onze terugvlucht met Jetair 10 dagen later geannuleerd was en we een nieuwe vlucht moesten boeken wat niet evident noch gratis was. Sindsdien heb ik wel mijn twijfels over het nut van ambassades: wanneer we terug uit de woestijn kwamen op woensdag van de 2de week was daar niemand telefonisch te bereiken.
Bij een andere woestijntocht in 2012 zijn we “Lybisch Woestijn Glas” in de Westelijke Egyptische woestijn gaan zoeken. Dit glas ontstond door de ontploffing van een meteoor in de lucht vooraleer de grond te raken (analoog aan de recente meteoorinslag in Tsjeljabinsk-Rusland in 2013).
Door de hitte van de ontploffing is het zand gesmolten en uitgestraald over een ovaal van 20 x 50 km, 26 miljoen jaar geleden. De krater zelf is nog niet gevonden.

Interessant weetje : de scarabee in het pectoraal van Toetanchamon is geslepen uit dit glas.

Het zijn niet steeds verre reizen. We hebben het geluk te wonen in de buurt van het Eifelgebergte, met interessante groeves en het Zwarte woud (Wolfach) met 1 steeds werkende fluoriet-bariet mijn waar ongeveer 500 verschillende mineralen te vinden zijn en waar men in de zomer mag zoeken op het bovengehaald materiaal.
Een mineralen collectie kan vele vormen aannemen volgens

  • Grootte van stukken van grote stukken die men zelden zelf kan vinden en zeer duur zijn) tot micromounts die in een doosje van 2×2 cm passen. (klein, mooi onder der microscoop, nog zelf te vinden of nog betaalbaar: mijn favorieten)
  • Systematiek : van elk bestaande mineraal minstens 1 exemplaar groot of meestal klein
  • Chemische samenstelling: bvb oxydes, carbonaten of zilver, zink, koper, radioactieve mineralen.
  • Fysische eigenschappen: kleur, Fluorescentie/fosforescentie, hardheid, kristalvorm
  • Gesteenteertsenkristalvormen in mijn collectie zitten enkel goed gekristallisserd mineralen
  • Vindplaats zoveel mogelijk mineralen van een plaats (mijn, groeve of land) (mijn collectie : België, Lavrion, Namibië, Eifel, Zwarte Woud, Katanga)
  • Bepaald mineraal van zoveel mogelijk plaatsen over de wereld ( mijn collectie: Wulfeniet, Kwarts Toermalijn)
  • Edelstenen (ruw en geslepen) Wegens de prijs is dergelijke collectie niet evident maar ik kan jullie het edelsteen museum van Idar-Oberstein (Hünsruck Duitsland) hiervoor aanraden.
  • Enkel zelf gevonden stukken/gekochte stukken/ of beide dan komt er veel ruilvaardigheid bij te pas.

Voordelen :

  • men komt terecht op niet toeristische plaatsen, men komt in contact met lokale mensen,
  • meestal buiten in de natuur tenzij ondergronds
  • zelf zoeken en de kristalletjes thuis ontdekken geeft zo een vreugde gevoel: als eerste die pracht te zien van iets dat miljoenen geleden gevormd werd.
  • Aan elk zelf gevonden stuk hangt een anekdote: persoon, vakantie

Nadelen :

  • geen propere hobby: of in de modder of in het stof, niet altijd interessant voor de niet zoekende partner
  • fysiek zware hobby een ganse dag met de houweel en hamer werken
  • vergt veel plaats dus nog een rede om over te schakelen op micromounts.
  • één naam kan vele vormen aannemen, geen 2 stukken zijn identiek en dus is het moeilijk om kiezen een stuk uit te kiezen voor eigen collectie! Dit heeft ook het voordeel dat elke verzamelaar zijn eigen mooi stuk vindt.
  • men kan niet zeggen ik ga één uurtje stenen kappen ipv een uurtje fitness.

Dit is een zeer resistent virus dat ik zal meedragen tot ik zelf onder mijn laatste steen zal liggen.

[Een bijdrage van Bob Liveyns]

Bij interesse graag contact opnemen via mail Bob.liveyns@gmail.com