Uitzichtloos, of toch niet?

Als er iets is waar we allemaal een hekel aan hebben dan is het wel aan een situatie die uitzichtloos is of althans zo lijkt. We hebben allemaal nood aan meer duidelijkheid en een afschuw aan halve maatregelen.  De corona crisis heeft aangetoond dat de bevolking bereid is om instructies op te volgen die duidelijk zijn en perspectief bieden.  We willen allen een overheid die transparant zegt waar het op staat en oplossingen aanreikt.  Als we het licht op het einde van de tunnel bespeuren zijn we tot veel bereid. Laat dat nu net het probleem zijn met corona. De situatie lijkt wel oneindig lang en uitzichtloos. En de overheid moet noodgedwongen haar beleid afstemmen niet op feiten, maar op ongekende toekomstige ontwikkelingen. Het gebrek aan perspectief, een resem ongelukkige beslissingen en een weifelende houding van de overheid hebben gaandeweg het vertrouwen van de bevolking uitgehold.

Natuurlijk is het zo dat Covid-19 een domper heeft gezet op ons leven, op dat van iedereen.  Ouderen die al heel wat jaren op de teller hebben staan stellen met afschuw vast dat twee jaar zijn voorbijgegaan die ze niet naar eigen goeddunken hebben kunnen invullen.  Jongeren hebben heel wat kansen gemist die niet meer terugkomen: het eerste jaar aan de universiteit, het uitgaan tot de vroege uurtjes, en vooral de kennismaking met leeftijdsgenoten en de uitbouw van vriendschappen voor het leven.  En dertigers voelen aan dat hun eerste maanden als kersverse ouders hen vreselijk hebben beperkt, want ook zij hebben contacten met leeftijdsgenoten en familie erg gemist.  Iedere generatie heeft moeten leven met een gemis, een tijd die nooit meer terugkomt, en die men niet kan herhalen.  Maar wat ons naast dit gemis ook nog dwarszit is het gebrek aan perspectief.  “Hoe lang nog gaat deze pandemie ons leven bepalen“, vragen we ons af. “Wat er staat te gebeuren kunnen we moeilijk voorspellen”, zo klinkt het vaak vanuit de overheid en de virologen.  “Het virus volgt zijn eigen weg, en we kunnen het pas beheersen wanneer we over meer gegevens beschikken.”  Daarbij komt dat “voortschrijdend inzicht” voortdurend werd gebruikt om gemaakte fouten goed te praten.

Die onzekerheid over de toekomst, dat vonden we allen het meest frustrerend.  In onze neo-liberale wereld zijn we vertrouwd met cyclische bewegingen die min of meer voorspelbaar zijn.  Ook de beurs stijgt en daalt op bepaalde onverwachte momenten, maar ergens in ons achterhoofd weten we dat het opgelopen verlies ooit zal worden goedgemaakt, ook al kan het soms een paar jaren duren.  Met corona is het anders.  Experts hebben moeten bekennen dat ze het zelf niet wisten.  We hebben moeten leven met een erg grote mate van onzekerheid, een soms ambigue houding van de virologen, en een jo-jo beweging van verstrengende en versoepelende maatregelen.  

Eind januari 2022 stuurt de WHO geruststellende berichten de wereld in.  Het omikron virus zou wel heel besmettelijk zijn maar minder ziekmakend.  Dit goede nieuws en de relatief zachte winter stemmen ons opnieuw positief.  De pandemie wordt een endemie.  Maar intussen zijn de prijzen van fossiele brandstoffen gestegen en worden we opnieuw geconfronteerd met een onzekere toekomst.  De gas- en elektriciteitsfactuur schiet de hoogte in.  Voor velen onder ons zijn die prijsstijgingen dramatisch.  En opnieuw lijkt het onduidelijk wat de toekomst brengen zal, want heel wat factoren spelen een rol: de economische heropleving, de grotere vraag naar gas vanuit China, de oorlogsdreiging in Oost Europa.  Wederom moeten de mensen leven met een onzekere toekomst, want we hebben helemaal geen vat op deze gebeurtenissen. En de overheid?  Die heeft het moeilijk om tot eensgezindheid te komen over de te volgen strategie.  De partijen kijken naar hun achterban en profileren zich zoals het hen het best uitkomt.

Het gemis aan duidelijkheid en perspectief blijft tot de dag van vandaag aanhouden. Toch zijn er een aantal lichtpuntjes aan de sombere hemel.  Er komt steeds meer bevestiging dat Corona inderdaad endemisch wordt, een beetje zoals griep of een zware verkoudheid: vervelend maar voor de meesten van ons niet levensbedreigend.  De dure gasprijzen kunnen een tijdje aanhouden, maar ooit komt ook hier een einde aan.  En er komen vast ook compensaties, zoals indexaanpassingen en tegemoetkomingen voor de meest zwakkeren.  De zachte winter is alvast een meevaller.  Bovendien schuiven we geleidelijk maar zeker op richting lente.  We merken nu al dat de dagen langer worden. Dit gaat niet alleen het virus nog meer afremmen. De weldoende invloed van het zonlicht gaat ons mentaal en fysiek welzijn opkrikken.  Het rijk der vrijheid lonkt aan het einde van de tunnel. Die laatste horden moeten we wel nog samen nemen. Laten we ons eensgezind inzetten voor een stralende LENTE!

[Een bijdrage van Eddy Olislaeger]