Wat voor de meesten onder ons een mooi verhaal is met veel nostalgie, emoties, een verhaal van hoop en vreugde, is het dat voor Kobe niet helemaal. Er zit voor hem ook een andere kant aan het ‘Stille Nacht’ gedoe.
De dagen na de komst van Sinterklaas begon ten huize Kobe de discussie over de keuze van een kerstboom. Zijn papa trok zich wijselijk niets van het overleg aan en had ineens wat anders om handen. Mama daarentegen stelde vele vragen en onze jonge vriend aanhoorde haar geduldig. ‘Waar gaan we hem halen en waar vinden we de mooiste? Hoe groot moet hij zijn? Gaan we nog voor een echte boom of kopen we dit jaar een zogezegde valse? Eentje in plastiek die je heel handig in mekaar kan vijzen dankzij zijn genummerde takken. Of beperken we ons tot een klein minuscuul boompje dat je op de schouw of op de vensterbank kwijt kan?’
Voor Kobe was deze laatste suggestie ideaal want dan hoefde hij niet te zeulen met een spar die plakt, prikt en heel moeilijk te dragen is.
Maar moeder besloot toch nog eens te gaan voor een echte.
In het plaatselijke tuincentrum werden de naaldbomen gekeurd. ‘Is hij niet te groot, maar ook niet te klein? Zijn er geen gaten in? Is de vorm mooi puntvormig? Is hij vanonder niet te breed en vanboven niet te smal, of omgekeerd? Nemen we eentje met een wortel of is een afgezaagde misschien handiger? En wat zijn ze toch duur dit jaar…’
Maar zoals ieder jaar ging de voorkeur van mama uit naar zo één die je met de grootste moeite in de koffer van de auto kreeg. Eentje die vanaf dag één zijn naalden verloor en waarvan de hoogste tak, die waar de pin moest op bevestigd worden, net iets te hoog was en waar je dan ook zo moeilijk bij kon. Door de deur van de living kon hij ook niet en werd hij met veel moeite via een venster toch op de juiste plaats gezet. Ieder jaar weer herhaalde zich hetzelfde vervelende scenario.
Maar dan pas begon het echte werk. Alle versieringen die de voorbije jaren werden bijeen gespaard stonden onder een laagje stof op de zolder en werden niet zonder moeite op de grote tafel uitgestald. Sommige bolletjes overleefden het verblijf op zolder niet en indien scherven geluk brengen dan zal er dit jaar veel geluk zijn dacht Kobe.
Het versieren was voor Kobe andermaal een bijna traumatische gebeurtenis want vorig jaar had hij die grote bol, die waarin het kindeke Jezus in zijn kribbe lag en Jozef en Maria en de os en de ezel hun rol met verve speelden, laten vallen en onherroepelijk naar de vuilnisbak verwezen. Mama Kobe vond het bijna dramatisch want soortgelijke kerstbollen waren sinds jaren niet meer te koop en bovendien was het een echt familiestuk dat al decennia meeging. Hij hield zich dan ook wijselijk afzijdig wanneer zijn moeder aan de versiering begon.
Een van de hoogtepunten en tevens een van de laatste handelingen was het aanbrengen van de verlichting in de prachtig versierde dennenboom. Hierbij speelde Kobe een cruciale rol. Vooral het ontwarren van al de knopen die er op onbegrijpelijke wijze waren ingeslopen is een werkje voor iemand met engelengeduld. Helaas lieten de engelen die bovenop de kribbe zaten of een beetje verweesd in de kerstboom hingen het andermaal afweten en moest Kobe deze zeer frustrerende klus zelf klaren. Mama keek voldaan naar het jaarlijkse kunstwerk en Kobe was blij dat alles weer een keertje achter de rug was.
Voor Kobe was het een moeilijke dag, maar toch keek hij al uit naar kerstavond. Dan zou hij, wanneer iedereen onderweg is, zich installeren voor de TV met op de achtergrond de verlichte kerstboom en luisteren naar hemelse muziek. Hij zal dan tenvolle kunnen genieten van het fantastische Weinachtsoratorium van J.S. Bach en kerstliederen van overal in de wereld. Dat is voor Kobe nog steeds het bewijs dat de kersttijd een tijd van vreugde en hoop is en dat ‘de meeste mensen deugen’ (Rutger Bregman).
[Een bijdrage van Stefaan De Rudder]