Dat onze vriend Kobe een belangrijke rol speelde in de administratie van een grote instelling staat buiten kijf. Echter, sinds zijn pensionering heeft hij de werking van die administratie zienderogen zien achteruitgaan. Nochtans, ook toen hij nog actief was heeft hij meerdere malen gedacht dat de top van de ambtenarij bemand werd door de volle neven van Franz Kafka.
Het Peter principle (jullie weten wel, de promotie teveel) werd er ontelbare keren toegepast. Tientallen ambtenaren werden toch maar, tegen beter weten in, gepromoveerd naar de leidinggevende jobs en bakten er, eenmaal in het pluche gezeten, niets meer van. Dat leidde vaak tot hilarische toestanden.
Op een mooie lentedag kwam een zwaar besnorde Portugees, geflankeerd door een Deense secretaresse met de dwingende vraag om de baas van de dienst van onze vriend in hoogsteigen persoon te spreken. Kobe, die zoals jullie al wel weten de rechterhand was van die excentrieke Hollander, wist meteen dat zijn baas dit niet leuk zou vinden. Eerst even het café gebeld om te zien of hij een kwartiertje vrij kon maken. Uiteindelijk zou hij bereid zijn om beide personages te spreken, liefst kort na zijn middagpauze zo rond pakweg 15.30 u.
Stipt om 15.30 u. kwamen de beide lieden van de publicatiedienst zich melden bij Kobe die er zich meteen ging van vergewissen of de lunchpauze van het diensthoofd al achter de rug was en in welke staat hij zich bevond. Het viel allemaal nogal mee en de ongenode gasten werden een zitplaats aangewezen aan de vergadertafel in het ruime bureau.
Wat was het probleem?
De dienst publicatie had vernomen dat Kobe, in opdracht van zijn Hollander, de klaargestoomde wetteksten rechtstreeks en electronisch naar de drukkerij van het Publicatieblad had gestuurd zonder langs de lokale publicatie dienst, in casu snorremans en zijn Deense dog, te passeren. Dat was, volgens de verbolgen bezoekers tegen alle regels, gewoontes, tradities en vooral niet collegiaal. Het versturen van teksten naar de drukkerij was de taak van de publicatiedienst !!!
Zij waren niet alleen verantwoordelijk voor het simpele feit dat wetteksten gepubliceerd werden, maar ook, nog belangrijker, voor de controle op de facturen van de drukkerij in Luxemburg.
Een paar vragen vanwege de fan van Porto: “Waarom werd zijn dienst niet geraadpleegd over deze gang van zaken? Wat was het nut van deze electronische zendingen na al die jaren van papieren copies richting Luxemburg? Maar vooral, hoe kon zijn dienst controleren wat wel of niet gepubliceerd werd?”
Ben de baas keek hem eens aan van boven zijn bril en antwoordde met een glimlach “Omdat alles sneller gaat, omdat de drukkerij meer tijd heeft om de teksten klaar te maken voor publicatie en omdat zij niet meer genoodzaakt zijn alles weer te her-typen of her-zetten vermits de elektronische versies veel makkelijker te manipuleren zijn”. Daar kon onze Portugese Bourgondiër niet veel tegen inbrengen.
Hij probeerde toch nog zijn job te redden en bracht de facturatie ter sprake. Hij vroeg zich af of hij nog enige controle zou hebben over het aantal gepubliceerde bladzijden. De Deense deerne gromde een beetje en knikte instemmend.
Toen stond de baas van Kobe recht, nam heel plechtig het woord en zei “indien je wil weten wat er gepubliceerd is en dus gefactureerd mag worden, neem je gewoon voor iedere taal een publicatieblad en tel de pagina’s en klaar is Kees. Voor mijn part mogen jullie teksten, hoofdingen, alinea’s, ondertitels, lijnen, woorden en zelfs de aanslagen tellen en indien jullie het leuk vinden ook de komma’s en de punten.
Toen probeerde de Portugese topambtenaar nog met het argument dat het om het principe ging. “Weet je wel, onze dienst werd in het leven geroepen om de te publiceren teksten die in het Luxemburgse ‘Office des Publications’ gedrukt worden te bekijken, in te pakken en tenslotte per dringende koerier naar het Groot Hertogdom te zenden” zei hij niet zonder beving in zijn stem. “Maar indien jullie dat al electronisch kunnen dan hebben wij geen werk meer, wat moet ik dan met al mijn personeel? Wat moet onze arme Anne Mette (de Deense dog) dan gaan doen?” Zij nam alvast haar zakdoek in aanslag en droogde haar eerste tranen.
Kobes baas keek zijn droeve toehoorders verwonderd aan en zei dat ze misschien gewoon verder konden doen met wat ze bezig waren want eer de nog hogere hiërarchie er achter zou komen dat alles ook sneller en beter kan zijn we nog wel enkele jaren zoet. “En” voegde hij er meewarig aan toe “mochten onze computers het ooit begeven dan weet ik dat jullie nog altijd klaar staan om ons in die moeilijke tijden bij te staan met papier en koerier”.
De arme secretaresse begreep er niks meer van en de leider van de publicaties vond geen woorden meer om er iets tegen in te brengen. De ganse machinerie die ze hadden opgezet gedurende al die jaren werd opeens totaal nutteloos en vanaf nu zou de dienst publicatie alleen nog bladzijden tellen en facturen controleren.
[Een bijdrage van Stefaan De Rudder]
Weer wat bijgeleerd, bedankt Stefaan!