Uit mijn vorige verhaaltjes kan men afleiden dat Kobe in zijn jonge jaren een niet onaardige voetballer was. Op latere leeftijd speelde hij zelfs nog bij de veteranen en uit die voetballerij zijn een aantal verhaaltjes ontsproten die vaak banaal maar soms wel heel hilarisch waren.
Zo was er de uitspraak van een van zijn ploegmaats aan wie gevraagd werd of hij zich zijn eerste vrijpartij met zijn vrouw nog herinnerde. Zijn reactie was inderdaad hilarisch : ‘Goed man’ zei hij ‘ik herinner mij zelfs de laatste keer al niet meer’.
Na een andere wedstrijd werd de scheidsrechter heel zwaar aangepakt. Toegegeven, de man in het zwart bakte er die namiddag niets van en stapelde de foutieve tussenkomsten aan een heel snel tempo op. De ploegmaats van Kobe namen het nogal filosofisch op want uiteindelijk was het niveau van het voetbalspel ook niet om aan te kijken.
Na affluiten werd de fluitenier uitgebreid gefeliciteerd maar toch kon Kobe het niet laten om hem toch een serieuze sneer te geven. Hij ging naar de brave man en vroeg hem ‘hé kameraad waar is uw hond?’. De man bekeek hem verbaasd en zei ‘ik heb helemaal geen hond’ waarop onze vriend antwoordde ‘oei, dat moet erg zijn, zo blind zijn en geen hond hebben’.
Bij de bezoekende ploeg was een speler die nog weinig haar op zijn hoofd had. Een mooie ronde, kale cirkel bovenaan en rondom mooi zwart haar. Hij kon zo uit het klooster zijn gestapt. Toen Kobe hem na de wedstrijd ging feliciteren kon hij het toch niet laten om hem een kleine verbale prik te geven. ‘Mooi kopje haar heb je’ zei Kobe ‘maar uw streep is wat breed uitgevallen’.
[Een bijdrage van Stefaan De Rudder]