Inmiddels zijn we al meer dan een maand diep in de herfst verzonken. De acers proberen met hun dieprode bladeren onze tuinen in vuur en vlam te zetten, zodat we even de afwezigheid van de zon kunnen vergeten. Loofbomen wachten geduldig op de herfstwind die hen van het gewicht van hun bladerdek bevrijdt, zodat ze in alle rust aan hun winterslaap kunnen beginnen en kracht opdoen voor de volgende levenscyclus.
De herfstvakantie nadert. Kinderen maken zich op voor Halloween, een feest dat uit de Angelsaksische landen is komen overwaaien. Op 31 oktober trekken zij, verkleed als heksen, vampiers en andere duistere wezens, langs de deuren van de huizen om snoep te verzamelen. Maar waar komt dit gebruik eigenlijk vandaan? Sommige bronnen zeggen dat Halloween voor het eerst in Schotland op de vooravond van Allerheiligen werd gevierd. Andere historici verwijzen naar de oude Keltische traditie in Ierland, waar druïden op 31 oktober samenkwamen om Samhain te vieren. Volgens deze traditie markeert Samhain het definitieve einde van de zomer en het begin van de winter, een periode van duisternis en kou. Maar dat niet alleen! Tijdens Samhain zou de grens tussen de mensenwereld en het godenrijk vervagen. Hierdoor kunnen wezens uit de onderwereld ontsnappen en zich onder de levenden begeven om hen angst aan te jagen. Vuren werden aangestoken om deze onderwereldse creaturen af te schrikken, en offers moesten hen gunstig stemmen. Elementen van vuur en offers (zoals het uitdelen van snoepjes aan kinderen) vinden we nog terug in het hedendaagse Halloween.
In onze contreien zie je volwassenen gewapend met emmer en borstel naar het kerkhof trekken. Grafstenen worden grondig gereinigd en op de schone steen krijgen chrysanten of andere bloemen een ereplaats. We bereiden ons voor op de ‘dag van de doden’.
De grijze, natte dagen van oktober die de deur naar de zomer definitief sluiten en de poort naar de winter wijd openzetten, wekken bij velen een gevoel van treurnis. Is het enkel het verdriet om het verlies van dierbaren dat ons zo melancholisch stemt? Of herinnert deze tijd van transitie ons ook aan het seizoen van het eigen leven? Als senioren bevinden wij ons immers niet alleen in de herfst als derde seizoen van het kalenderjaar, maar ook in de herfst van ons leven.
Net zoals vele bomen en struiken hun bladeren loslaten, is het voor ons senioren ook een seizoen van loslaten en afscheid nemen. Het is loslaten van wat voorbij is en niet meer terugkomt, loslaten van de stress om niet ingeloste beloftes, loslaten van frustraties omwille van de zichtbare tekenen van de eigen vergankelijkheid en die van anderen. Het is afscheid nemen van niet vervulde dromen, van mogelijkheden die ons ontglippen, van afnemende fysieke kracht, en van geliefden en vrienden die ons zijn ontvallen.
Zoals de bomen zich met vallende bladeren voorbereiden op hun rust in de winter, zo worden ook wij voorbereid op een nieuwe fase in het leven. Het is meestal een langzaam proces, en soms merk je niet meteen hoe de tijd door je vingers glipte. Maar net zoals de natuur haar kringloop voltooit om zich klaar te maken voor een nieuwe levenscyclus, zo kunnen ook wij in de herfst van ons leven stilstaan bij wat achter ons ligt, bij wat we hebben bereikt en nadenken over wat ook nu nog kan.
In de herfst van ons leven kunnen we echter meer dan anders geconfronteerd worden met de onderwereldse herfstdemonen. Die maken van onze slinkende weerbaarheid gebruik om ons leven te verstoren. We moeten hen niet toelaten de winter van ons leven te vergallen door ons enkel te wijzen op wat niet meer kan. Door ons te verlammen met de ellende die oorlogen voor het ogenblik in de wereld aanrichten. Door ons blind te maken voor de pijn en de armoede van anderen. Door ons in onze navelstaarderij te stimuleren. Herfstdemonen zijn krachtig. Zonder dat het soms zelf te beseffen gaan we geloof hechten aan hun versie van ons levensverhaal. Laten we ons meenemen in hun grotten van angst voor wat komen gaat, zonder te weten hoe aan hun greep te ontsnappen.
Herfst is een tijd van transitie die voorbereidt op de winter. Een winter die noodzakelijk is voor mens en natuur om tot rust te komen en nieuwe krachten op te doen. Slechts zo kunnen bij het begin van de lente de levenssappen opnieuw de hoogste takken van boom en struik bereiken. Slechts zo kan de natuur opnieuw ontwaken en tot bloei komen.
Slechts zo kunnen ook wij na de rust van het winterseizoen en ondanks dat we de herfst van ons leven hebben bereikt, nog altijd deelnemen aan de cyclus van het leven. Niet op dezelfde manier als toen we in de lente of de zomer van ons leven zaten, maar anders. En anders is niet noodzakelijk beter of slechter. Het is gewoon ‘anders’.
[Een bijdrage van Mieke Maerten – 19 oktober 2024]