Waar is dat Parkeerticket?

Voor de zoveelste keer rijd ik die week de parking van het ziekenhuis op. Goed zo, ik sta niet al te ver van de ticketzuil. Mijn raam schuift naar beneden en mijn arm is net lang genoeg om mijn hand naar de magische knop te brengen die mij toegang moet geven tot de parking. Een druk met de wijsvinger, het ticket komt eraan…Normaal gezien hou ik vervolgens het ticket tussen mijn lippen tot ik geparkeerd sta en dan steek ik het weg. Maar waarom krijg ik nu plots de onzalige gedachte dat dit misschien niet zo hygiënisch is? Jaren doe ik het toch al op die manier en nog nooit heeft een ticket mij ziek gemaakt. Maar ja, misschien was het toch waar, misschien kon ik dat beter niet doen. Meteen gaan mijn hersenen in overdrive. Zo’n gedachte, zo’n handeling die een gewoonte doorbreekt, dat is niet simpel voor een brein. Nu moet het een oplossing zoeken voor iets wat voordien gewoon automatisch ging. Waar moet ik nu met dat ticket naar toe?

Ik leg het in mijn schoot, zoek en vind al snel een parkeerplaatsje niet al te ver van de ingang van het ziekenhuis, gemakkelijk terug te vinden ook . Dat is heel belangrijk want een goed oriëntatievermogen maakt geen deel uit van mijn competenties. Dus moet ik extra goed opletten waar ik mijn auto parkeer.

Heb ik alle spulletjes mee voor de zieke? Mijn GSM voor in geval iemand mij wil bereiken? Ja, ik heb alles mee, sla het portier van de auto toe en stap gezwind naar de ingang. Plots flits een vraag door mijn hoofd: “Waar is mijn parkeerticket” ? Ik herinner me helemaal niet wat ik ermee gedaan heb. Alleen weet ik wel dat het deze keer niet naar mijn mond ging. Terug naar de auto, alles doorzoeken. Neen, niks te zien. Dan maar weer naar de ticketzuil, neen … niets op de grond. Zou ik nog eens duwen voor een ticket…? Neen, toch maar niet.

Ik rep me naar de infobalie en moet daar tot mijn scha en schande uitleggen dat ik pas aangekomen ben en al meteen mijn parkeerticket kwijtspeelde. Terwijl ik spreek kan ik mij niet inhouden van het lachen, het geheel heeft iets komisch. De bediende lacht hartelijk mee, die heeft vanavond een verhaal te vertellen. Ach, het is ook is té gek voor woorden. “Helpen kan ik je niet”, zegt zij mij lachend, “ straks moet u gewoon aan de betaalmachine de knop ‘ticket verloren’ intikken”.

“Wat gaat dat kosten?” vraag ik. Maar daarop heeft ze geen antwoord. ‘Ach’ denk ik dan wanneer ik haar met een vriendelijke groet verlaat, ‘de zieke wacht en alles op zijn tijd, nietwaar?’

De patiënt is blij mij te zien. Ik leg de spulletjes in de kast en toon het Famileo-krantje (https://www.famileo.com/famileo/nl-BE/) dat die dag thuis in haar brievenbus zat. Haar ogen lichten op terwijl ze de nieuwtjes en de foto’s ziet van alle familieleden die aan deze editie meewerkten. Terwijl het rustig is, op de blèrende TV na van de patiënt naast haar, hebben we een gesprek. Dan komen mijn schoonbroer en zijn partner de kamer binnen. Er is de gebruikelijke uitwisseling : hoe is het? gaat het? het kijken naar video’s van hun achterkleinkind… dan valt stilte. Een moment om het wedervaren met mijn parkeerticket te vertellen en een lach op te wekken? Samen met mijn schoonzusje – ja hoe noem je eigenlijk de partner van de weduwnaar van je overleden zus ? – kijk ik nog eens rustig in mijn handtas, portefeuille, sleutelzakje….maar het mag niet baten. “We zullen straks samen naar je auto gaan en nog eens zoeken” zegt mijn schoonbroer. Dat vind ik wel fijn

Om 16 uur moeten we de kamer verlaten. We trekken naar mijn auto. Ik kijk links in de auto, mijn schoonbroer rechts … “Niets” en hier ook “Rien”. Ja, mijn schoonbroer is Fransman, vandaar ‘rien’. Mijn schoonzusje die gebukt staat voor de auto die naast mijn pixootje geparkeerd staat, recht zich :“ zou het dat kunnen zijn?” vraagt ze met een lach. Niet te geloven!!! Het is mijn ticket, het is het uur dat ik de parking opgereden ben. Gelukkig heeft niemand het voordien opgeraapt, gelukkig regende het niet en bleef het ticket droog. Natuurlijk kon ik mij niet herinneren waar ik het had weggestoken, ik was het gewoon compleet vergeten en de wind had het iets verder veilig neergelegd.
Onze wegen scheiden zich want ik moet nu gaan betalen. Vijf euro… heel wat minder dan ik had moeten betalen indien ik op de knop ‘verloren ticket’ had moeten indrukken.

De volgende keer gaat het ticket weer tussen de lippen. Er zijn te veel andere dingen die mijn aandacht vragen. Een gewoonte die werkt en niemand anders schaadt moet niet meteen veranderd worden, daar kan en mag tijd over gaan, zo stel ik mezelf gerust.

[Een bijdrage van Mieke Maerten]