De geschiedenis van de zelftest

We zijn nu allemaal vertrouwd met de Covid19 zelftest, een snelle, relatief gevoelige diagnostische test. Senioren hebben deze test nu ontdekt, maar hun dochters of kleindochters waren waarschijnlijk al vertrouwd met dit formaat van testen door de huidige zwangerschapstest. Maar hoe is de zwangerschapstest geëvolueerd over de jaren? Vertel dit verhaal maar eens als Uw kleinkinderen U komen vertellen dat ze in blijde verwachting zijn. 

De eerste zwangerschapstest.

Het zal U misschien enigszins verbazen maar de eerste zwangerschapstest werd ongeveer 1500-1300 jaar voor Christus ontwikkeld en op papyrusrollen opgeschreven door de oude Egyptenaren. Deze Egyptenaren hadden empirisch vastgesteld dat urine van zwangere vrouwen in staat was om zaden sneller te doen kiemen. Zodoende werden tarwe en gerst granen ondergedompeld in urine van een mogelijks zwangere vrouw gedurende een 10-tal dagen. Als de granen begonnen te kiemen binnen deze periode, dan was dat een teken dat de vrouw zwanger was. Er werd zelfs beweerd dat het geslacht van het toekomstig kind kon bepaald worden: als de tarwe granen eerst kiemden dan zou het een jongen worden, als de gerstzaden eerst ontkiemde dan kon je een meisje verwachten. De test werd zelfs herhaaldelijk geëvalueerd. In studies van de jaren 1960 beweerde men dat tot 70% van de granen ondergedompeld in urine van zwangere vrouwen eerder kiemden dan granen gedrenkt in urine van mannen, die voor een goed begrip niet zwanger waren. Pas een 15-tal jaren geleden kwam een mogelijke verklaring van dit fenomeen.  Mens estrogenen die in hogere mate aangemaakt worden ongeveer 2 weken na de bevruchting zou de ontwikkeling van planten stimuleren. 

Zwangerschapstest ten tijde van de oude Grieken 

Hippocrates (400 jaar voor Christus) gebruikte soortgelijke kiemtesten met zaden maar introduceerde ook testen waarbij het ‘vrouwenlichaam’ betrokken werd. Bijvoorbeeld de ‘ajuin test’. Men bracht ’s avonds een ajuin in de vagina van een jonge vrouw en wanneer haar adem ’s ochtends naar ajuin rook dan was ze niet zwanger. Een foetus zou de geur van de ajuin immers tegenhouden, althans dat dachten ze. Of wat te denken van de ‘melk test’ waarbij men de vermoedelijke toekomstige moeder, melk met honing liet drinken of aan bier liet ruiken. Als de toekomstige moeder begon te kokhalzen of begon te braken dan was ze zwanger. 

De donkere Middeleeuwen

In de Middeleeuwen, tevens de begintijden van de alchemie met speerpunten als het ‘levens-elixir’ (zoektocht naar de eeuwige jeugd) en ‘de steen der wijzen’ (lood in goud veranderen of zoektocht naar oneindige rijkdom) zocht men naar visuele middeltjes om een vroege zwangerschap op te sporen. De uroscopie of de kleur, helderheid en geur van urine van de jonge vrouw waren veel gebruikte parameters. Andere varianten waar onderzocht werd of melk op urine kon drijven of nagaan of een naald ondergedompeld in urine een bruine of zwarte roetskleur kreeg waren middeltjes om zwangerschap te voorspellen. Dit zijn eigenlijk niet meer dan handige trucjes om de dichtheid of de zuurtegraad van de urine te monitoren. Aangezien urine van zwangere vrouwen blijkbaar meer eiwitten bevat zal de dichtheid van de vloeistof toenemen zodat melk kan drijven op de urine. Terwijl een wijzigende zuurtegraad van urine na de eerste dagen van de zwangerschap het roesten van metaal zal beïnvloeden. Dus er zat wel degelijk een logica achter de waarnemingen.    

Zwangerschapstesten in de eerste helft van de 20ste eeuw.  

Ongeveer 100 jaar geleden werd het bestaan van het humaan choriongonadotrofine hormoon ontdekt. Er zijn meerdere varianten van dit hormoon waarvan er één aangemaakt wordt door de cellen die de placenta zullen vormen. Het hormoon komt in de bloedbaan van de moeder terecht en uiteindelijk in de urine. Het duurde niet lang of men testte het effect uit van dit hormoon in ratten en muizen. Bij knaagdieren die 3 maal per dag en gedurende 2 of meerdere opeenvolgende dagen geïnjecteerd werden met de urine van een zwangere vrouw, kregen een 5-tal dagen na de behandeling bloedingen en andere afwijkingen in de eierstokken. De betrouwbaarheid van deze test die in een minder tijdrovende variant met konijnen ook kon uitgevoerd worden was zeer hoog. Uiteraard waren dit laboratoriumtesten en zeker geen test die men thuis kon uitvoeren. Bovendien duurde de test lang en werden er veel muizen of konijnen opgeofferd. 

Eind jaren 1940 werden de knaagdieren voor zwangerschapstesten vervangen door laboratorium kikkers (Xenopus laevis). Deze kikkersoort is gevoelig aan humaan gonadotrofine. Het toedienen van urine van een zwangere vrouw aan deze kikker zorgt ervoor dat de kikker binnen hetzelfde etmaal eitjes legt. De test was snel en uiterst betrouwbaar en de kikkers konden na een korte ‘rustperiode’ terug gebruikt worden voor een volgende test. Deze zwangerschapstest was populair tot eind jaren 1950. 

Recenter zwangerschapstesten. 

Sinds de jaren 1960 werden zwangerschapstesten ontwikkeld waarbij gebruik wordt gemaakt van antistoffen tegen het human choriongonadotrofine hormoon. In een eerste test formaat, de agglutinatie (klontering) test, gaan rode bloedcellen klonteren in afwezigheid van het choriongonadotrofine hormoon in de urine. Zulke agglutinatie testen worden ook gebruikt om de bloedgroep te bepalen. Ze zijn snel en het is een typische zelftest, waar geen stalen naar labo’s moeten opgestuurd worden Het is bovendien een gevoelige en betrouwbare zelftest op voorwaarde dat men de handelingen in correcte volgorde uitvoert. Later werd het formaat gewijzigd naar het “laminar flow assay”, vergelijkbaar met de nu goed gekende Covid zelftest. 

[Een bijdrage van Serge Muyldermans]