Achter de schermen

Alhoewel ik mezelf reken tot de groep van zij die vinden dat de wereld er de laatste halve eeuw op vooruitgegaan is , toch maak ik af en toe een bedenking als ik voor de zoveelste keer VOOR mijn scherm zit. Bijvoorbeeld om me aan te melden bij de bank voor de bankverrichtingen, internetbankieren heet dat tegenwoordig. Ik meld mij aan (een beetje de deur openen en een soort goeiedag zeggen) en bevestig dat IK het ben. En dan kan ik beginnen: zien wat op de rekening staat, betalingen uitvoeren, wat is van mijn rekening, wat is erop gekomen, enz… En het scherm doet wat ik zeg. En ik geef een elektronische handtekening met “itsme”. En ik sluit internetbankieren af.

Ik wil de PC afsluiten maar net dan krijg ik een “pop up” die mij zegt dat ik nieuwe e-mails heb. En nog een “pop up” met de melding dat iemand iets geschreven heeft op Facebook. Wat moet ik doen: eerst de e-mails of toch maar stiekem eerst naar de bagger van Facebook kijken? Facebook dan. Er zijn loslopende kiekens gemeld op de Jozef Kumpsstraat. En iemand laat weten dat een vrachtwagen net 5 cm te hoog geladen was om onder de spoorwegbrug in Groenendaal te rijden, met alle gevolgen van dien. En dan belt er toch wel iemand op de smartphone die bij de hand ligt, ik had hem immers nodig om mij aan te melden bij de bank met “itsme”. Engie beweert dat ik te veel betaal voor mijn elektriciteit. En of ik dat zelf wel weet. En dat zij na vergelijking mij een beter contract kunnen voorstellen. Of ik geïnteresseerd ben ? Op dat moment roept mijn vrouw dat iemand mij wil spreken op de vaste lijn. Neen dat gaat nu niet. Trouwens het zal toch wel weer Proximus zijn die beweert dat ze mij een beter contract kunnen voorstellen dan mijn huidige leverancier. Ondertussen een “pop up” van Facebook. Iemand heeft een foto op zijn pagina gezet van zijn kleuter die zijn eerste meters heeft afgelegd op een fietsje. Ondertussen krijg ik op mijn smartphone, waar ik nog aan de lijn ben met de elektriciteitsleverancier, een “pop up” om te chatten, als ik dat al liever zou willen. Chatten? Nu? Ik vind dat het welletjes is en maak op forse wijze een eind aan de elektriciteitsleverancier. Ik bedoel aan het gesprek met. De vaste lijn ligt intussen ook dicht.

En ik sluit de PC af. Dat is het dan . Ik zit dan alléén voor een donker scherm waar niets meer staat. Ik heb intussen wel drie, vier contacten gehad ACHTER DE SCHERMEN. Ik zie ze niet, ik ken ze niet en zij mij waarschijnlijk ook niet. En toch heeft één van hen een naam, Kate, die van de bank. Ik ga weg van de PC en ga redelijk geënerveerd naar de living. Daar ligt mijn krant die ik die ochtend, uit de bus gehaald heb, en waar ik waarschijnlijk te veel voor betaal gezien het gesjoemel bij de Post. En ook mijn Humo, die ik die ochtend in de krantenwinkel heb gekocht, alhoewel sinds Guy Mortier daar niet meer is de Humo ook nooit meer is geworden van wat hij geweest is. Je kan er zo doorheen lezen dat het nu eigendom is van de blauwe Van Thillo en dus niet meer het niveau haalt van vroeger. Maar goed: wat is nog een goed weekblad? Straks krijg ik nog een oproep van Roularta om mij Knack aan te smeren. Ik neem de krant en lees voor de derde keer hetzelfde want ik krijg ook stukken van de krant online binnen. En met de app van VRT Nieuws, die telkens er belangrijk nieuws is een “jingle” weergeeft weet je “breaking” meestal de dingen lang voordat ze in de krant verschijnen. Gelukkig zijn er nog de “columns” waar wat meer eigenzinnige personen, met naam en foto, hun mening delen over alweer wat meer leed in de wereld of over een nieuwe affaire die de Belgische politiek beroert.

Dan moet ik soms denken aan de tijd dat we fysiek naar de bank moesten en (als het tegenzat na wat aanschuiven) aan het loket met Kris wat papieren uitwisselden en een handtekening moesten zetten. Als het echt belangrijk was werd de kantoordirecteur erbij geroepen. En als het echt superbelangrijk en vertrouwelijk was kon je in een apart zaaltje Kris en/ of de directeur spreken. Na het bankbezoek, dat minstens een klein uur in beslag had genomen, kon ik rechtover in het dorpscafé een koffie gaan drinken die nog niet binnen geslurpt was of een vriend kwam ook het café binnen en samen dronken we een frisse pint van ’t vat. En werd wat nieuws of roddel gedeeld. Tegen dan ging het al naar de middag en was het tijd om te gaan eten. Bij het thuiskomen hoorde ik dat iemand gebeld had om te vragen of ik in de komende dagen niet eens wilde passeren want het was toch al een tijdje geleden dat hij mij gezien had. Ik noteerde op de kalender die in de keuken hing dat ik dat moest doen. En ik las mijn krant en las veel wat ik nog niet wist.

Vandaag, met al dat gedoe ben ik vergeten mijn e-mails te lezen. Gelukkig heb ik morgen een “pop up” om er mij aan te herinneren dat ik om 11 u bij de kapper moet. Dat komt tegenwoordig niet meer op de kalender van de keuken.

Bij deze gezegd zijnde, ik wil echt wel mee zijn met de tijd. Met de tijdgeest, de vooruitgang. Dat de technische evolutie ons zoveel geeft. Dat alles beter wordt. Ik wil er blijven in geloven. Maar soms is het toch moeilijk.

[Een bijdrage van Marcel Baeten]