Ongeveer iedereen neemt “nieuws” tot zich. De krant, een tijdschrift, de radio, de TV en uiteraard de nieuwe sociale media brengen nieuws. Maar men kan zich de vraag stellen of dat wel allemaal “nieuws” is “voor iedereen”. En dat is niet zo. Voor mij is de uitslag van de voetbalploeg uit de druivenstreek “nieuws”. Iemand in Oostende zal dat geen nieuws vinden. Of nog: dat de sporthal van Hoeilaart zal gesloten zijn gedurende een bepaalde periode is nieuws voor wie gebruik maakt van de sporthal van Hoeilaart. Anderen zullen dat geen nieuws vinden. Iets dat voor mij relevant is , is dat misschien niet voor mijn buur.
Nieuws wordt in principe gebracht door journalisten. In België een officieel erkend beroep. Alhoewel we dat met de nodige korrels zout moeten nemen. Het beroep wordt tegenwoordig door jan en alleman uitgevoerd. Zelfs kranten vragen hun lezers: heb je nieuws te melden? Maar goed, journalisten bepalen wat nieuwswaardig is en of ze het al dan niet naar buiten brengen via een medium. Maar ook hier weer zijn er verschillen: een journalist van het inmiddels ter ziele gegaan weekblad “ De Serrist” zal ander nieuws vergaren dan de journalist die werkt voor de VRT. Zo ook zal voor bijvoorbeeld de BBC, nieuws iets anders zijn dan voor pakweg Ring TV. Belangrijk is dus o.m. de omvang van een gebeurtenis, en of het zich afspeelt op 10.000 km van hier of in de streek, en of er mensenlevens te betreuren zijn of niet, en of de wereldvrede in het gedrang is of niet, en is het nieuws van vandaag ook morgen nog nieuws, en voor wie is het bedoeld.
Journalisten baseren zich op bronnen . Dat kan zeer divers zijn. Ter plaatse gaan en het met eigen ogen vaststellen is er zo één. Of via tussenpersonen te weten gekomen wat er precies gebeurd is. Andere media en officiële nieuwskanalen zoals het Agentschap Belga zijn ook bronnen .
Maar precies bij de bronnen begint het probleem van “fake news”. Te veel journalisten nemen te veel bronnen voor waar. Ze vangen iets op en het is nieuws. Een gerucht is voldoende. Waar het ook vandaan komt. Hoe het ook tot stand komt.
Een goede journalist zal altijd de bronnen “checken”. Bijvoorbeeld door méér dan één bron te raadplegen. Navraag doen. Via officiële agentschappen liefst. Nagaan of het betrouwbaar is. En dan nog.
“Het coronavirus is veroorzaakt door de opkomst van 5G”, “als je je laat vaccineren, kan je geen kinderen meer krijgen”, “De stemmen van president Trump zijn gestolen” of “Marc Van Ranst wil de horecasector schrappen”… We worden de laatste tijd overspoeld door nepberichten. De coronacrisis, de verkiezingen in de VS, of de oorlog in Oekraine zijn de gedroomde onderwerpen voor verspreiders van fake nieuws. Fake nieuws of desinformatie is vaak bewust nieuws verspreiden dat niet juist is. Desinformatie. Propaganda. Alhoewel fake nieuws in grote mate gebonden is aan de recente sociale media , toch is fake nieuws niet nieuw. Roddel bestaat al zo lang de mens leeft. Iets verspreiden over iemand dat niet waar is. Zaken verzinnen. Bewust slechte en onjuiste informatie verspreiden. En dan hopen dat de mensen het geloven. Het is niet enkel voor de journalisten een nachtmerrie maar het kan maatschappelijk gevaarlijk zijn. Trump die zijn kiezers voorliegt dat de uitslag van de verkiezingen onjuist en gestolen is. En zijn aanhangers die dat geloven en het capitool bestormen. Met doden en gewonden. En met de democratie in gevaar.
Laat het een les zijn: geloof niet alles wat je leest, hoort of ziet. En al zeker niet op sociale media. Kijk verder. Waar is het verschenen? Wie heeft dat geschreven, wanneer, waarop is het gebaseerd? Is er een bronvermelding?
Dus niet enkel voor wie het nieuws brengt maar ook voor zij die het nieuws tot zich nemen wordt het steeds moeilijker om zich correct te informeren. ALLES begint bij luisteren en voldoende kritisch zijn.
[Een bijdrage van Marcel Baeten]
Bedankt voor je bijdrage, Marcel!
Misschien kunnen we een vervolg breien aan https://seniorenhoeilaart.be/2019/02/23/nepnieuws-in-vlaanderen/ “Wat is fake nieuws?” een artikel d.d. 23 februari 2019 van onze dorpsgenoot, professor Ike Picone.
Ondertussen luisteren en voldoende kritisch zijn.