Deze keer wordt het een hele korte bijdrage want tanden perikelen hebben de voorbije dagen en weken duchtig aan mijn tijd en energie geknabbeld.
Tanden, ze zijn vanzelfsprekend als je ze hebt of zolang slechts enkelen vervangen zijn door implantaat of brug. Een mooi woord hé: brug – bruggetje? Ook in de mond zorgt een bruggetje voor verbinding tussen de tanden die je nog hebt en vult daarbij de lege plaatsen op met valse tanden. Zo behoud je een mooie mond vol tanden en kan je nog alles eten wat je hart lust. Voor mij zelfs geen bruggetje meer bovenaan, wel een volledig bovengebit. Het was een verdict dat enkele maanden geleden viel, door een tweede advies bevestigd werd en onlangs zijn uitvoering kende. Toegegeven beste lezer, mijn mond ziet er wel mooi uit als ik het gebit in heb. Zonder gebit is het in ‘letterlijke’ én ‘figuurlijke’ zin maar niks. Het blijft een zicht waaraan ik wennen moet. Doet een mens dat ooit?
s’Morgens voor ik mijn mond aankleed, bekijk ik mezelf in de spiegel en herken in die tandeloze mond deze van tantes, grootmoeder en peter die mij in het verleden soms zonder gebit welkom heetten en met wat ingevallen lippen het gesprek aangingen. Als kind vond ik dat een merkwaardig zicht, vooral als ze moesten lachen. Ik stond er niet bij stil dat het mij ooit zelf zou overkomen. Wie denkt er trouwens als kind of als volwassene — wanneer alles goed gaat — aan mankementen van het ouder worden? Het is al goed als we onze wilsbeschikkingen rond ons levenseinde redigeren of eventueel een vertegenwoordiger en vertrouwenspersoon aanstellen of door onze notaris een zorgvolmacht laten opstellen ( je kan dat laatste document ook zelf opstellen maar vergeet niet dat het document geregistreerd moet worden om geldig te zijn).
Maar stilstaan bij de veranderingen van het ouder wordende lichaam trachten we te vermijden, zelfs al kunnen onze lijven aan het verouderingsproces niet ontsnappen. Het hoort nu éénmaal bij de cyclus van het leven. Natuurlijk kan ik hier in dit specifieke cursiefje ook een ganse tirade afsteken over het gezonde gebit en goede tandzorg ook op oudere leeftijd. Maar hopelijk weten jullie dat wel. Dat kan wel niet beletten dat een mens soms gewoon een beetje pech heeft. Niet alles valt te controleren en te beheersen, ook al denken we soms van wel.
Als ik s’avonds mijn mond weer uitkleed en in de spiegel kijk is het sterker dan mezelf. Opnieuw begin ik gekke bekken te trekken. Gezichtsgymnastiek zullen we het maar noemen, dat klinkt ernstiger. Dan barst ik plots in een schaterlach uit want ik meen weer iets van Popeye in mijn totentrekkerij te herkennen. Ken je die spinazie etende zeeman nog die na zijn avonturen steeds weer naar Olijfje terugkwam? Een schoonheid kon je hem niet noemen.
Wat de pot schaft wordt voorlopig nog steeds door het nieuwe gebit bepaald. Het is niet anders. We moeten immers nog wat wennen aan elkaar. Maar ondertussen gaat het spreken al beter, zingen kan alweer en in de filosofentuin concurreren voorjaarsbloemen met elkaar om het mooiste van zichzelf te tonen en de poort naar de lente wijd open te zetten.
[Een bijdrage van Mieke Maerten — 21 maart 2023]