Hoera, ze gaan naar zee!

Sommige dingen zijn een beetje waar, anderen zijn een beetje niet waar. 

Dit verhaal is pure fictie gebaseerd op echt gebeurde dingen, op verschillende tijdstippen, op verschillende plaatsen. 

Veel plezier. 

Ieder jaar ging het een groot gedeelte van het gezin naar zee voor een weekje welverdiende vakantie voor de mama en de papa, sommige kinderen en enkele vriendjes en vriendinnetjes. 

De oudsten, die mochten thuisblijven, maar onder strikte voorwaarden. Het huis moest bij de terugkomst door mama even netjes teruggevonden worden als bij het vertrek van de kleinsten en de ouders. Met een blik vol jaloezie keek Kobe naar zijn oudere broers die hem triomfantelijk stonden uit te wuiven. Eventjes had hij gehoopt dat hij dit jaar eindelijk zou mogen thuisblijven met de grote jongens, maar helaas. Het zou weer een vakantie worden van kastelen bouwen voor zijn kleine zusjes op het strand en bij slecht weer eindeloze wandelingen langs de duinen of de binnenstad. 

Ieder jaar trok de hele bende naar Blankenberge, de badstad die door het mondaine volk gemeden werd als de pest. Het was in die tijd het vakantieoord voor het gewone volk, geen enkele zichzelf respecterende burger gaf toe dat hij of zij naar deze immens populaire kustplaats trokken want dat paste niet bij hun imago. Maar ieder jaar weer kon je er op de koppen lopen langs de dijk en waren de winkelstraten een groot mierennest bevolkt met reuze-ijsjes likkende mensen. 

Ten huize Kobe kon de pret niet op wanneer de volgeladen auto uit het zicht verdwenen was. De eerste avond werd meteen één groot feest waarop vrienden en vriendinnen uiteraard uitgenodigd waren. Het bier vloeide rijkelijk en aan de noden van de innerlijke mens werd met de nodige fantasie voldaan.

En de bacchanale ging gewoon verder. De tweede avond stond in het teken van het ei. Er werden verschillende reuze-omeletten gebakken en wie het meeste eieren kon verorberen werd verkozen tot de grote eileider. Dat ging gepaard met de grootste hilariteit en een ware veldslag die beslecht werd met het gooien van eierschelpen.

De derde avond werd buitenshuis beleefd. In het dorp was er een optreden van de in die tijd ongelooflijk populaire Adamo. De gebroeders trokken er in groot ornaat naar toe en naar goede gewoonte was de zanger van ondergeschikt belang maar vertoefden zij zowat de ganse avond aan de toog. 

Een van de broers waagde zich toch aan een danspasje en toen het bedeesde meisje zichzelf voorstelde en zei ‘ik heet Moniek’ antwoordde hij heel laconiek ‘en ik niet’. De idylle was gauw afgelopen en zonder enige vorm van spijt vervoegde hij zijn broers aan de toog en gingen zij weer over tot de orde van de dag. Bij hun thuiskomst bleek de jongste van de drie toch redelijk fel aangeschoten en gelegen op zijn rug en met zijn ogen dicht kon hij, alvorens op de grond zijn roes uit te slapen alleen maar zeggen ‘Sans toi mamie’.

Even een rustpauze op zondag en na een eerste blik op het achtergebleven slagveld van de vorige dagen besloten de jongens om toch al een eerste opruiming te doen en ‘s anderendaags de eerste vuilniszakken klaar te zetten voor de vuilkar. Voorbijgangers hadden meteen door dat het ten huize Kobe een zwaar weekend was geweest en dan hadden ze nog geen benul van het leeggoed dat op de brouwer stond te wachten.

Bleven er nog 3 avonden over die op gepaste wijze gevuld moesten worden. 

De nieuwe vriendinnetjes die ze tussen alle bierfestijnen hadden leren kennen werden uitgenodigd en vermits verschillende slaapkamers onbezet bleven die week waren de avonden vrij rustig maar daarom niet minder intens.

De laatste avond voor de terugkeer van de Blankenbergengangers werden de vriendinnetjes andermaal uitgenodigd en die konden dan meteen beginnen aan een berg afwas en het schrobben van de keukenvloer en het stofzuigen van de tapijten in de living. 

’s Anderendaags waren de ouders blij hun oudere kroost in goede staat terug te zien en het was slechts bij de opmaak van de inventaris een paar dagen later dat de mama met gefronste wenkbauwen toch enige uitleg vroeg over het gebruik van eieren, bier en alle andere drank en voedsel.

Maar het huis was netjes en afgezien van een beetje blikschade werd de jaarlijkse vakantie zonder veel heisa afgesloten.

[Een bijdrage van Stefaan De Rudder]