Corona: stop aub met te vergelijken!

Vorige maand werden in de Senioren nieuwsbrief een heleboel vragen gesteld met betrekking tot de Covid-19 pandemie en de getallen die dagelijks over ons heen gegooid worden. We zullen nu proberen wat klaarheid te scheppen. Laat ons beginnen met een woordje uitleg over de betekenis van een aantal termen.

Covid-19 staat voor “corona virus disease 2019”, de ziekte veroorzaakt door het coronavirus, uitgebroken in 2019. Het virus dat hiervoor verantwoordelijk is heet SARS-Cov2, wat staat voor “Severe Acute Respiratory Syndrome door coronavirus 2”. Een verwant coronavirus (Cov1), ook gekend als vogelgriep, lag in 2003 aan de basis van de eerste SARS uitbraak.

Wat is het verschil tussen een epidemie en een pandemie? Een epidemie is een uitbraak van een ziekte die lokaal blijft, dit is onder de kerktoren, in een regio, of over een paar landen verspreid tussen Parijs, Berlijn en Kopenhagen, want een epidemie stopt niet aan landsgrenzen. Bijvoorbeeld, de ebola uitbraak is hoofdzakelijk in west Afrika gebleven, en heeft zich niet over de ganse wereld verspreid. Dit was dus een epidemie. Covid-19 verspreidt zich op nagenoeg hetzelfde moment in Azië, Europa, Noord en Zuid-Amerika en Oceanië. Dit is duidelijk een pandemie.

Het (theoretisch) probleem van een pandemie
Laat ons eens een paar vereenvoudigde berekeningen maken (we kunnen het later corrigeren). Stel dat we op zaterdagavond met een paar mensen bij een lokale traiteur eten gaan afhalen en er komt iemand binnen die de dag eerder een wandeling in het Zoniënwoud gemaakt heeft en daar geïnfecteerd werd door een tot nog toe onbekend virus. Deze persoon besmet bij onze traiteur twee andere klanten in de wachtrij, de dag nadien is hij/zij genezen en zal niemand meer besmetten. De daaropvolgende dag gaan onze 2 nieuw besmette personen naar een lokaal café en elk van hen besmet daar 2 andere dorstige, en zelf genezen ze. De vier besmette cafégangers gaan de dag erop naar school of naar hun werk en zullen elk 2 collega’s besmetten en genezen nadien, enzovoort. Dus een besmet iemand zal de dag nadien 2 andere personen besmetten, maar nooit meer dan dat. Op dag nul was er één persoon besmet, op dag 1, 2, 3, 4, enz. waren er achtereenvolgens 2, 4, 8, 16 enz. besmette personen. Dus, elke dag tweemaal meer besmette personen dan de dag voordien. De wiskundigen berekenen het aantal besmette personen als 2x, waar x gelijk is aan het aantal dagen. Op dag 0 wordt dit 20= 1, vandaar dat men dat de eerste persoon als ‘patiënt-0’ omschrijft. Op dag 5 zijn er 25 of 64 (= 2x2x2x2x2) besmette personen. Na 33 dagen (233) zijn meer dan 8 miljard mensen geïnfecteerd, dat is meer dan de totale wereldbevolking op dit ogenblik !!!!.
Stel nu dat 1% (1 op 100) van de besmette personen niet geneest maar wel sterft aan de infectie, dan zullen er na een kleine maand 80 miljoen mensen overleden zijn (8 miljard gedeeld door 100). Ge begrijpt dat met zulke vooruitzichten, de WHO (wereld gezondheidsorganisatie) tezamen met alle ministeries van volksgezondheid alles uit de kast zullen halen om dit scenario te vermijden.

Het eerste dat men moet doen is de besmette personen opsporen en zo rap mogelijk afzonderen (“tracen” en in quarantaine plaatsen), zodat ze de ziekte niet kunnen doorgeven aan anderen. Tot hiertoe zullen alle bevoegde politici akkoord zijn over de strategie en werkwijze om de pandemie in te dijken. Maar vanaf nu gaat het de verkeerde kant op: iedereen wil aantonen dat zijn regering – of ministerie van gezondheid in het bijzonder – goed werk geleverd heeft (of slecht werkt indien hij/zij aanhanger is van de oppositie). Vandaar dat men het aantal bevestigde besmettingen of het aantal doden of het aantal genezen patiënten dagelijks rapporteert en dat wij, meestal uit nieuwsgierigheid, deze getallen gaan vergelijken met de situatie in andere landen om aan te tonen dat wij een goede (of slechte) leiders hebben. Om de cijfers op te smukken, springt men soms creatief om met de tellingen. Het is niet noodzakelijkerwijs een manipulatie, maar men gaat wel anders tellen en communiceren. De fout ligt hem eerder in het feit dat men de cijfers die op een andere wijze bereikt werden niet mag – en ook niet kan – vergelijken.

Het aantal besmettingen binnen een regio of een land.
Het exact aantal besmettingen in een land kent men niet, want er zijn vele mensen die besmet zijn en geen symptomen vertonen en nooit getest geweest zijn. Dus blijven er vele besmettingen onder de radar. Het is niet omdat ge 3x hoest of omdat ge koorts hebt, dat ge SARS-Cov2 hebt opgelopen. We kunnen enkel met zekerheid zeggen dat iemand besmet is als die persoon getest werd op de aanwezigheid van virus in zijn/haar lichaam. Vandaar dat men spreekt van de ‘bevestigde Covid-19 besmettingen’. President D. Trump heeft eens gezegd toen hij op een persconferentie geconfronteerd werd met het hoge aantal bevestigde besmettingen in USA: “Ik ben daar fier op want dat betekent dat wij meer tests afnemen dan andere landen. Als ge geen tests afneemt hebt ge ook geen bevestigde besmettingen”. Hij heeft een punt, maar geen gelijk. Het getal van de bevestigde besmettingen is niet relevant en niet betrouwbaar. Het is niet relevant, omdat er 330 miljoen inwoners zijn in USA, en België telt slechts 11 miljoen inwoners. Dus eigenlijk moet ge het aantal bevestigde besmettingen per miljoen inwoners bekijken. Maar ook dat is verkeerd, want de 11 miljoen Belgen leven op een kleiner oppervlak dan de 330 miljoen Amerikanen. Bijgevolg elke Belg (bvb iemand in Arlon) kan gelijk welk andere Belgische inwoner (bvb iemand in Knokke) ontmoeten en besmetten op dezelfde dag. In Amerika kan iemand die in een klein afgelegen dorpje aan het zuiden van de oostkust (in de buurt van Miami, Florida) woont de dag nadien nooit een persoon gaan besmetten die in een afgelegen dorp woont in de noordelijke staat aan de westkust (in de buurt van Seattle). Bijgevolg gaat de ziekte zich in Amerika na verloop van tijd trager verspreiden, dan in het dichtbevolkte België. Dus, kunnen we het aantal bevestigde besmettingen in verschillende landen enkel vergelijken indien die landen eenzelfde aantal inwoners en verspreid over hetzelfde oppervlak hebben én indien ze een vergelijkbaar aantal tests hebben afgenomen.

Maar zelfs dan moeten we nog voorzichtig zijn want we moeten nog rekening houden met de betrouwbaarheid van de test. We hebben het niet over de bloedtest, want daarmee zoeken we de personen op die antistoffen tegen SARS-cov2 hebben en dus wiens immuunsysteem in aanraking kwam met het virus. We hebben het hier enkel over de PCR test die de aanwezigheid van het virus zelf opspoort in een persoon. De PCR test is op zich zeer betrouwbaar, maar de manier dat het staal werd afgenomen is niet altijd betrouwbaar. Herinner u de swaps die met een verkeerde handleiding geleverd werden in woonzorgcentra. Daar komt nog de vraag bij ‘wie we gaan testen’? Er zijn 11 miljoen Belgen, we kunnen die niet allemaal op dezelfde dag testen. We hebben niet genoeg mensen om zoveel uitstrijkjes te nemen en nadien te behandelen. Voor België zitten we momenteel aan een gemiddelde maximale ‘testcapaciteit’ van ca 20.000 tests per dag. Wie geven we dan voorrang? Uiteraard diegene met symptomen die zich aanbieden in de ziekenhuizen, of in woonzorgcentra waar er een vermoeden van uitbraak is. Indien de maximale dagelijkse testcapaciteit dan nog steeds niet overschreden is, dan kunnen we de personen screenen die ofwel kortademig, of koorts, of hoestbuien hebben of tot risicogroep behoren. Maar als een persoon alle symptomen heeft en in een gezin leeft waar al besmettingen vastgesteld werden, dan is het overbodig om juist die persoon te testen want het is overduidelijk dat die SARS-Cov2 heeft opgelopen. Punt is dat elke regio of elke natie op een andere manier selectief is in het afnemen van tests. Je kan het best vergelijken met het percentage dronken bestuurders gepakt door 2 onafhankelijke politiecontroles. De ene groep haalt de eerste 1000 bestuurders van straat die passeren aan een lagere school nadat ze hun kinderen ophaalden op woensdagmiddag, de andere groep plukt de eerste 1000 auto’s die zigzaggend over de straat rijden op vrijdagnacht/ zaterdagochtend dichtbij een uitgangsbuurt. De eerste groep zal hooguit 1 bestuurder onder invloed pakken, de tweede groep zal er 700 omdat ze enkel de bestuurders stoppen waarvan het vermoeden groot is dat ze te veel gedronken hebben.

Men zou denken dat het aantal doden ten gevolge Covid-19 een betere en objectievere waardemeter zou zijn van hoe goed of slecht een gezondheidssysteem werkt. Uiteraard, moeten we dat getal terug bekijken per miljoen inwoners. Maar ook hier kan je geen betrouwbare vergelijkingen maken, want wie is overleden aan Covid-19? Een bevestigd besmette persoon die gehospitaliseerd werd wegens Covid-19 en overlijdt, die gaan we meetellen, uiteraard. Een gezonde persoon die op weg naar zijn werk een motorongeluk heeft en overlijdt, dat is duidelijk geen Covid-19 dode. Maar wat met een terminale patiënt met longkanker die na testen ook bevestigd werd als Covid-19 patiënt en die komt te overlijden? Niet elke natie zal dit toeschrijven als een Covid-19 overlijden. Het aantal ziekenhuisopnames is wat dat betreft een iets betrouwbaarder getal om te vergelijken. Alhoewel, de twee landen moeten een vergelijkbaar aantal beschikbare ziekenhuisbedden hebben en de leeftijdspiramide en algemene gezondheid (diabetes, obesitas…) van de inwoners moet gelijklopend zijn, wat zelden het geval is.

Het enige cijfer dat enige relevantie heeft is het ‘oversterfte’ getal, althans het geeft de mogelijkheid om de betrouwbaarheid van de officieel opgegeven Covid-19 doden te toetsen. Recentelijk heb ik in de krant een grafiek gezien van de oversterfte in België (zie figuur 1). Dat aantal kwam wonderwel goed overeen met het aantal doden opgegeven door Sciensano op dat moment. We kunnen dus besluiten dat het aantal Covid-19 doden vrij correct wordt bijgehouden in België. De grafiek vertoont ook deze oversterfte bij relevante buurlanden. Hieruit blijkt dat sommigen van die landen iets minder nauwgezet het aantal door Covid-19 overleden patiënten hebben geteld.

Conclusie: het is belangrijk de (bevestigde) besmettingsgraad en het aantal doden correct te tellen en in kaart te brengen om lessen te leren en maatregelen uit te werken om beter voorbereid te zijn bij een volgende pandemie of golf van nieuwe besmettingen. De omstandigheden die de snelheid van verspreiding en het doden van een besmette persoon bepalen zijn in elk land zodanig verschillend dat elke vergelijking compleet zinloos is. SARS-Cov-2 zal zich trager of sneller verspreiden en meer of minder dodelijke slachtoffers maken in een warm of koud klimaat, in een nat of droog klimaat, bij jongeren of ouderen, onder mannen en vrouwen, bij mensen met geen of veel contact in hun gebedshuis, sportclub, café, theater of cinema, bij mensen die ver of kortbij hun werk wonen, die met openbaar vervoer of alleen in hun auto naar hun werk rijden, naargelang de concentratie aan fijn stof of ozon in de regio, het percentage aan rokers onder de bevolking of personen met hart en vaat ziekten, de gemiddelde grootte van de gezinnen, het BMI, het aantal diabetici, het voorkomen van astma patiënten, enz, … De cijfers van de globale besmettingsgraad en het aantal doden zijn afhankelijk van de snelheid en efficiëntie van overdracht en de dodelijkheid van de infectie, maar ook van de gezondheidszorg (de testcapaciteit, het aantal ziekenhuisbedden, de beschikbaarheid van mondmaskers en beademingstoestellen enz, …). Ook het plichtsbewustzijn van de bevolking is een belangrijke parameter. Hoe volgzaam is de bevolking bij het instellen van maatregelen? Met zoveel parameters en variabelen die de cijfers beïnvloeden is het echt onbegonnen werk om te vergelijken. We vergelijken de prestaties van Eddy Merckx de wielrenner, toch ook niet met die van Serena Williams, de tennisster. Waarom willen we dan de prestaties van onze minister voor gezondheidszorg, Maggie De Block, vergelijken met de prestaties van – ik schrijf maar iets – Konishiki Yasokichi?

[Een bijdrage van Serge Muyldermans]