Het zilveren randje

Sinds een paar weken worden we overspoeld met onheilsberichten.  De Corona crisis, die in het begin niet als heel bedreigend werd aanzien (“een griepje”), heeft intussen kolossale proporties aangenomen.  We spreken nu van een wereldwijde pandemie die niet alleen onze zorginfrastructuur uitdaagt, maar ook onze economie en ons sociaal weefsel aantast.  De crisis lijkt ook lang te zullen duren, en het herstel moeizaam.

Toch is niet alles aan deze crisis negatief.  Het is hartverwarmend de vele blijken van empathie te zien.  Vele mensen zijn bekommerd om hun medemens en gaan geen moeite uit de weg om dit ook te tonen.  Vanzelfsprekend verdient vooral het personeel van de zorgsector een pluim, maar ook de vele andere mensen die ervoor zorgen dat onze maatschappij blijft draaien.  Zo heb ik te doen met de mensen die aan de kassa’s van de supermarkt zitten en zonder morren hun dagtaak blijven uitvoeren.  En ook de mensen die in een apotheek werken of voor een pakjesdienst de huis-aan-huis bestellingen doen.  Het is vergeefse moeite om iedereen te willen vermelden, maar je snapt het wel: we zeggen dank aan allen die zich inzetten voor de anderen.

Intussen hebben we leren omgaan met de lockdown en zijn beperkingen, en ook hier zie ik toch een aantal lichtpuntjes.  Wat me vooral opvalt is dat sommige ontwikkelingen maatschappijveranderend kunnen worden.  Of wat dacht je van de colleges aan de universiteit die voortaan online kunnen, of het thuiswerk (telewerk) dat nu verplicht wordt, of nog de relatie student-leraar die ook voor een groot stuk digitaal verloopt.  Bovendien is het fileprobleem opgelost en is de CO2 uitstoot gehalveerd. We hebben zelfs een, zij het halfbakken, federale regering Zal men na het einde van de crisis de klok volledig terug kunnen draaien?  Ik dacht van niet! 

Natuurlijk zijn er ook dingen die fout lopen.  Neem nu het tekort aan mondkapjes, handschoenen en beschermende kledij.  Zowel in Belgie als in Italië en in de VS heeft de overheid nagelaten een veilige voorraad aan te leggen. Maar zelfs hieruit kunnen we leren.  Want is het niet hemeltergend dat een enorme economische grootmacht als de EU niet in staat blijkt deze kwestie naar zich toe te trekken, en de bevoorrading van alle zorginfrastructuur, beademingstoestellen incluis, op een efficiënte manier te coördineren?  Moeten we het dan echt hebben over overdracht van soevereiniteit vooraleer er op een crisis wordt gereageerd? Of mag ook het gewone boerenverstand de doorslag geven?  Om dan nog niet te spreken over solidariteit onder lidstaten…

Het is vooral in ons dagdagelijks leven dat we geconfronteerd worden met verandering.  Het sociale leven valt volledig weg en het valt te vrezen dat naarmate de weken vorderen men het daarmee moeilijker zal hebben.  De eenzaamheid slaat toe en de irritatie tegenover de andere(n) eveneens.  Sommigen kunnen zich goed bezighouden terwijl anderen de weggevallen structuur terugwillen en er niet in slagen de vrijgekomen tijd in te vullen.  En toch: is het niet fantastisch dat we nu plots zoveel vrije tijd hebben?  Hele generaties tijdgenoten hebben gesnakt naar hun pensioen en de vrijgekomen tijd die daar mee samenhangt.  Wel: die opportuniteit hebben we nu. Nog nooit hadden zoveel mensen zoveel tijd voor zichzelf.  Ook hier zie ik een positief aspect.  Of zoals men in het Engels zegt: “Every cloud has a silver lining.”  Hierover meer in een volgende aflevering.

Lezers die willen reageren, of die suggesties hebben kunnen dit doen in de vakjes hieronder.

[Een bijdrage van Eddy Olislaeger]