Woorden uitgesproken door broer Stefaan tijdens begrafenisplechtigheid
Beste familieleden, vrienden en sympathisanten.
Zowat 9 maanden geleden stonden we hier met zijn allen rond het lichaam van onze Marc. Vandaag zijn we hier terug voor onze ‘Danny’, onze ‘Danne’ zoals hij beter bekend was. Het doet ons allen verdriet dat ook hij op relatief jonge leeftijd ons, na een kortstondige maar hevige ziekte, moest verlaten. Met pijn in ons hart verliest onze familie een van zijn markantste figuren.
In ons gezin werd hij gekoppeld aan onze Marc. Ze sliepen in hetzelfde bed, deden samen hun plechtige communie, maakten regelmatig ruzie maar konden zonder mekaar niet verder. Het zou resulteren in een vriendschap voor de rest van hun leven.
Toch was ‘onzen Danne’ al snel een zoekende ziel die met volle teugen genoot van het leven. Hij was vaak onderweg op zoek naar nieuwe dingen maar wanneer we met zijn allen rond de feesttafel zaten was zijn inbreng gewoonweg hilarisch. Hij kende al de laatste moppen en was vaak betrokken bij situaties die hij op zo’n manier vertelde dat iedereen rolde van het lachen. Ook dat zullen we zeker missen.
Maar reeds tijdens zijn jeugdjaren was zijn engagement voor onze Hoeilaartse gemeenschap via het verenigingsleven en de politiek de rode draad die zijn leven beheerste. Hij deed niets liever dan organiseren en helpen waar nodig was. Zijn belangeloze inzet voor de anderen was alom gekend.
Na de lagere school, die hij uiteraard in de gemeenteschool afwerkte, trok hij, vooral met de fiets, naar het Don Bosco instituut in Woluwe. Daar zou hij al snel bekend staan als een grappige pallieter die de moppen en de deugnieterijen aan elkaar rijgde tot wanhoop van menig leraar en ook een beetje van onze ouders. Het was alsof het hem allemaal niet interesseerde, maar toch zou hij in de praktijklessen blijk geven van een soort praktische intelligentie en een groot talent voor het beroep. Snel zou hij dan ook de school verlaten om op zijn 15de te gaan werken bij ‘De Serrist’.
Vader Libert Loits zag meteen het potentieel van zijn nieuwste aanwinst en gaf hem dan ook steeds meer verantwoordelijkheid. Bijna wekelijks zorgde hij, samen met zijn collega’s, niet alleen voor het zetwerk, de opmaak en het drukken van het ooit zo populaire blad maar schreef hij ook menig artikel, het een al plezanter dan het andere. Want ook in het atelier zou hij zich ontpoppen tot een grappige, volbloed humorist tot groot plezier van zijn medewerkers maar af en toe tot ingehouden ergernis van de bazen. Gelukkig had hij een karakter en een manier van zijn die het maakte dat je er niet kwaad kon op blijven.
Na ‘De Serrist’ trok hij naar de streek van Aalst waar hij het mooie weer maakte in een andere drukkerij maar de lokroep naar Hoeilaart was te groot.
Hij werd nog enkele jaren uitbater van de Taverne ‘ de Molenvijver’ van de Hoeilaartse Sporthal en ook daar ging zijn passage niet onopgemerkt voorbij want hij genoot ten volle van het plezante contact met zijn gasten.
Wat hij ook ondernam, waar hij ook naartoe trok, met wie hij samenwerkte, alles en iedereen werd met de nodige humor aangepakt. Het was tegelijk zijn sterkte en zijn zwakte.
Niet iedereen kon met die aanpak overweg en dat zou hem af en toe wel zuur opbreken, maar opgeven, nee dat niet. Steeds opnieuw herbegon hij aan projecten die hem nauw aan het hart lagen en altijd met de bedoeling om goed te doen. We herinneren ons zijn inzet voor het Kinderdorp, het Lindenhof, Roemenië en zovele andere activiteiten die hem zo gekend en zo geliefd maakten.
Hij heeft tijdens zijn hele leven vele vrienden gemaakt en waar hij ook maar een beetje kon helpen er voor gezorgd dat het in onze gemeenschap een beetje beter en een beetje plezanter is geworden.
Ik heb een donkerbruin vermoeden dat hij hierboven al plannen maakt om ook daar de zaken met veel plezier en humor aan te pakken en wie weet heeft hij zijn vrienden van de jury van het ‘hele Dorp’ al opgetrommeld om samen weer aan de slag te gaan. Zijn broer Marc, die zal wel sponsoren, want die zou al aan alle aartsengelen een aanhangwagen hebben verkocht en een stevige dienst na verkoop hebben opgezet.
Onze zus en onze broers hierboven zullen ‘onzen Danne’ zeker met open armen ontvangen en samen met hem genieten van een lekker, hemels pintje.
[Een bijdrage van Stefaan De Rudder]
Zo is het leven, een waardige broer kent de belevenissen van zijn famillie beter dan wie ook.
Bedankt Stefaan voor je eerbetoon aan de ondervoorzitter van onze Seniorenadviesraad. Volgende maand zou je broer Danny 77 worden, ikzelf eind augustus … misschien moet ik nu ook maar eens leren te genieten zoals Danny het ons heeft voorgedaan.