Bijzondere beroepen
Uit het gesprek dat ik met Joris had zal blijken dat deze top-tenor in het verleden vaak dromen had die hij meestal deed uitkomen. Met ‘Felix’ de musical van Jan van Assche realiseerde hij andermaal een project dat gebaseerd is op een droom. Hij deed het met veel plezier en enthousiasme ondanks een overvolle agenda.
Dat Joris kan teren op pakken ervaring in binnen- en buitenland en optrad met de beste dirigenten en orkesten moet blijken uit zijn zeer rijke biografie. (zie hieronder)
Afkomstig van Lede bij Aalst uit een gezin met zes kinderen werd zijn talent al op vrij jonge leeftijd ontdekt. Zijn beide ouders waren actief in het toneel en al gauw zal blijken dat Joris niet alleen een goede, prachtige stem had, maar ook een getalenteerd acteur was. Met zijn lichte lyrische tenorstem kan hij ook een brede waaier van genres aan. Van de Bach passies over Mozarts operas tot operettes en musicals. Dat alles en een intense opleiding op een zeer hoog niveau maakte hem tot een gegeerde performer en lag aan de basis van een schitterende internationale carrière. Alle grote Europese dirigenten kwamen bij hem aankloppen en boden hem vele kansen.
Een ander aspect van zijn veelzijdigheid uit zich in zijn samenwerking met de academies. Lesgeven zit hem als het ware in het bloed en hij is dan ook een zeer waardevolle lesgever bij verschillende instellingen. Dankzij het M-decreet heeft hij weer een nieuwe, boeiende uitdaging gevonden in het lesgeven aan kinderen met een beperking.
In 2007 was hij op zoek naar een geschikte woning in onze omgeving en kwam hij bij toeval in de Sloesveldstraat terecht. Vooral het groene, landelijke karakter en het feit dat het Glazen Dorp hem niet helemaal onbekend was deden hem besluiten om zich hier te vestigen. Het Glazen Dorp van weleer is echter al lang helemaal veranderd en het deed hem een beetje denken aan zijn eigen streek. De landbouwers uit zijn dorp waren de serristen van Hoeilaart. Grote families die welstellend werden dankzij het harde werken op het land of in de serres, maar die momenteel moeilijke tijden doormaken.
Het was ook in die periode dat hij de optredens in grote producties een beetje verminderde en meer aandacht had voor zijn gezin en voor zijn twee zonen in het bijzonder.
In den beginne dacht hij helemaal niet om in Hoeilaart deel te nemen aan het culturele leven, maar toen ontmoette hij verschillende mensen die in de muziekwereld actief zijn. Hij leerde ook de druivenfeesten kennen en van het een kwam het ander.
Wie in Hoeilaart cultuur zegt, kan niet om de figuur van Jan Van Assche heen en toen hij met Jan kennismaakte ging de wagen aan het rollen. Samen met Inge Vandekerckhove, Jan Van de Weghe en Peter Van Hove werden de eerste concerten georganiseerd in het Sohiecentrum.
Het Ruusbroeckkoor en Cantuva met dirigenten Johan Sluys en Marc Verboomen kwamen ook bij hem aankloppen en dat resulteerde in een samenwerking met vooral coaching en fine tuning tijdens de laatste repetities voor een concert.
Dat Jan Van Assche een fervente liefhebber is van alles wat musical betreft is een understatement en toen hij het idee opperde dat hij zinnens was een musical te schrijven rond de figuur Felix Sohie was Joris meteen enthousiast. Samen met Willy Vervloet, Koen Mertens en Jan werden de eerste noten op papier gezet en werd de gedachte plots realiteit. Jan zorgde ook voor een ijzersterk script en met het reeds bestaande muzikale materiaal dat vroeger vooral gebracht werd in de Hoeilaartse revues en de typisch Hoeilaartse liedjes gingen de heren aan de slag. Uiteraard zijn er ook vele, nieuwe composities bij met als uitschieter het themalied ‘Ik heb een droom’.
Het waarom van dit alles is voor Joris heel eenvoudig. Tijdens zijn lange carrière heeft hij de meest uiteenlopende maar bestaande personages op het podium gebracht. In dit project kunnen ze zelf het personage van ‘Felix’ creëren. Neem daarbij de fenomenale manier waarop Jan iets in scène kan zetten en alle ingrediënten om er iets groots van te maken zijn aanwezig.
Maar ook de confrontatie met Hoeilaart in al zijn aspecten en de respons die hij krijgt van de Hoeilander zijn voor de tenor van onschatbare waarde. Zijn integratieproces in het Hoeilaart is in een zodanige versnelling gekomen dat hij zich al als ‘een doender’ voelt. Dankzij ‘Felix’ heeft hij in Hoeilaart vele vrienden gemaakt en dat alleen al maakt het de moeite waard.
[Een bijdrage van Stefaan De Rudder]
Biografie Joris Bosman / Vox Mago
Na zijn studies zang en piano aan het Lemmensinstituut te Leuven en aan het Conservatorium van Brussel engageerde Joris Bosman zich als korist in diverse ensembles waaronder het Brussels Kathedraalkoor (Capelli Sancti Michaelis) o.l.v. Erik van Nevel, alsook Currende en het voormalige omroepkoor van de BRT o.l.v. Vic Nees en het Vlaamse Radiokoor o.l.v. Johan Duijck. Hij deed repertoire- en stijlkennis op bij onder meer Sigiswald Kuijcken, Paul Dombrecht, René Jacobs, Florean Heyerick, Pierre Cao en anderen. Joris bekwaamde zich als pedagoog en behaalde naast een eerste prijs zang in de disciplines oratorium, lied en opera ook de eerste prijs kamermuziek, specialisatie barokmuziek en het Hoger Diploma lied en oratorium. Hij wordt als solist opgemerkt en uitgenodigd te Praag in Monteverdi’s ‘Maria-Vespers’ o.l.v. Dirkjan Horringa (Utrecht, NL.) en in de rol van Ferrando in Mozarts ‘Cosi fan tutte’ te Cambrils in Spanje. Hij zingt ter gelegenheid van het Barokfestival van de Zavel (Brussel) in Purcell’s ‘King Arthur’ en in der ‘Esel’s Schatten’ van Strauss R., een productie van Opera Mobile in Dresden, Weimar en Arnstadt. Hij wordt uitgenodigd op festivals in eigen land waaronder het Festival van Vlaanderen en ‘le festival de la Wallonie’ alsook het ‘festival de l’été Mosan’. Maar ook in Frankrijk waaronder Avignon, St.-Aubin (Bourgogne) en Pontigny, Vaux-de-Cernay en het vermaarde Festival de Cluny in Parijs. Door zijn kennis van het renaissance-en barokrepertoire geeft hij masterclasses in Brescia (N.-Italië) rond de componist Luca Marenzio. In de lente van 2004 vertolkt hij de rol van ‘Achilles’ in Haendels laatste opera ‘Daedemia’ op het barokfestival van Istanbul. Hij zong voor de Munt-opera in Brussel en met VMT (het vroegere Heistse Operette gezelschap), Belcanto en voor de Gentse Opera als solist voor de uitvoeringen van ‘Boris Goudonov’, ‘Der Fliegende Holländer’, ‘Die Lustige Witwe’, ‘Frühjahrsparade’, ‘Der Bettelstudent’, ‘Die Csardasürstin’, Die Zirkusprinzessin’, ‘Viktoria und ihr Husar’, ‘Das Land des Lachelns’. Hij was ook te gast in de opera van Rijsel voor de produktie ‘Faust’ van Gounod en ‘La Traviata’. Als Evangelist in beide passies van Johann Sebastian Bach is hij regelmatig te gast in Nederland, Frankrijk en België. Hij realiseerde CD-Opnames met Eufoda, Accent, en de Brusselse Mediatheek (Arsonor) en doceert zang aan de Muziekacademie August De Boeck’ te Asse.
Hij zong voor de Munt-opera in Brussel en met VMT, Belcanto en voor de Gentse Opera als solist voor de uitvoeringen van ‘Boris Goudonov’, ‘Der Fliegende Holländer’, ‘Die Lustige Witwe’, ‘Frühjahrsparade’, ‘Der Bettelstudent’, ‘Die Csardasürstin’, Die Zirkusprinzessin’, ‘Viktoria und ihr Husar’, ‘Das Land des Lachelns’.
Van bijzondere beroepen gesproken, Stefaan, die is wel een heel bijzonder beroep dat je op de kop tikte. Hartelijk dank aan Joris om zijn verhaal met ons te delen via jouw gewaardeerde tussenkomst. Bravo en nog meer van dit!!!