Vele senioren spenderen hun tijd nuttig aan het leren van een nieuwe taal. Al snel beseffen ze dat dit niet zo eenvoudig meer is om al die grammaticaregels te beheersen. Hoe komt het dat senioren een taal zo moeilijk aanleren terwijl baby’s van 6 maanden, zonder gestructureerde begeleiding (een leraar) of boeken, gelijk welke taal, met juiste vervoegingen, accenten en tongval, aan zichzelf aanleren gewoon door te luisteren.
Taalverwerving is blijkbaar NIET aangeboren, het is een natuurlijk proces
Eksters in Nederland of Frankrijk bouwen hetzelfde type nest met identieke soorten twijgjes. Mussen bouwen een ander soort nest. Dus, de kunst van vogels een soort-gebonden nest te bouwen ongeacht waar ze genesteld zijn is aangeboren, ze hebben dat niet geleerd van hun ouders of van andere vogels.
Het aanleren van een taal kan niet aangeboren zijn: een kind leert de gangbare taal van de plaats waar het geboren en getogen is. Een kind dat opgroeit in Antwerpen zal Nederlands met een Antwerps accent spreken, onafhankelijk of zijn ouders uit oost Limburg of uit het diepste West-Vlaanderen afkomstig zijn. Kinderen die opgroeien in Gent zullen met een Gents accent praten. Het is onmogelijk dat borelingen alle mogelijke accenten van alle mogelijke talen ergens in hun onderbewustzijn bij hun geboorte meekrijgen en dat ze dan eentje laten primeren die overeenstemt met de plaats waar ze opgroeien, terwijl de andere accenten verdrongen worden en later verloren geraken.
Als een taal niet aangeboren is dan moet het aangeleerd worden, maar hoe leren baby’s een taal. Baby’s beschikken blijkbaar over de (aangeboren) gave om een geluiden te associëren, of te verbinden met een betekenis. Dit werd proefondervindelijk bewezen door elektroden op het hoofd van een baby van 9 maanden te plaatsen en eenvoudige woorden te laten horen zoals “De kat eet een muis”. Uiteraard begrijpen die baby’s dat niet, maar wanneer men kort daarop “De kat drinkt melk” uitspreekt dan registreren de elektroden activiteit in de hersenen bij het herhaalde woord “De kat”. Zonder twijfel kan men stellen dat baby’s het herhaalde woord of klank herkennen. Nadien leren die baby’s het begrip “de kat” verbinden met hun huisdier als het ‘een muis eet’ of ‘melk drinkt’ omdat ‘kat het gemeenschappelijk begrip is. Ze verbinden de woorden “de kat” in zijn context “met een muis” of “met melk”. Op soortgelijke manier herkennen baby’s zeer snel korte instructies, zoals “kom hier” of “mondje open”.
Een volwassene leert een taal niet meer door woorden in een context te verbinden met begrippen, maar door woorden te vertalen en die van buiten te leren, door grammaticaregels te leren.
Het aanleren van een tweede taal op zeer jonge leeftijd stimuleert de hersenen.
Het gelijktijdig aanleren van een tweede taal tijdens de associatiefase van woorden en begrippen geeft kinderen voordelen.
Ten eerste, men heeft aangetoond dat de hersencellen (neuronen) van kinderen die een tweede taal aanleren op jonge leeftijd meer vertakkingen hebben en meer verbindingen maken met andere neuronen. Twee of meertaligen jongeren bouwen dus een uitgebreider en meer vertakt hersennetwerk op. Je kan het vergelijken met een stratenplan. Meertaligen beschikken over meer routes om van stad A naar stad B te rijden. Eéntaligen hebben een beperkter aanbod aan routes tussen A en B.
Het spreken van twee (of meer talen) vergt van de kinderen voortdurend een extra inspanning om geen verkeerd woord of vervoeging te gebruiken in een zin. Dit is duidelijk zichtbaar in de gemeten hersenactiviteit wanneer ééntaligen of meertaligen praten (zie rode gedeelten in de figuur). De hersengebieden die bij tweetaligen oplichten worden eveneens gebruikt wanneer je een taak probeert te voltooien terwijl er afleidingen zijn. Zulke multitask-vaardigheden zijn de meeste complexe hersenfuncties en meest menselijke functies die ons inderscheiden van apen of andere dieren. Het beheersen van een tweede taal scherpt onze ‘multitask’-vaardigheden aan.
Vanaf de leeftijd van 25 jaar takelen onze hersenen af, er worden meer connecties tussen neuronen afgebouwd dan aangemaakt. Dat is geen onoverkomelijk probleem als je een voldoende groot netwerk hebt opgebouwd in de kinderjaren. De hersenverslechtering wordt gecompenseerd door gebruik te maken van alternatieve hersennetwerken. Met andere woorden, als je over meer straten beschikt om van A naar B te rijden, mag er al eens een straat opengebroken worden. Ge neemt gewoon een alternatieve route.
Conclusie voor (groot)ouders: stimuleer uw (klein)kinderen om zo vroeg mogelijk een tweede of zelfs een derde taal te leren. Het zal hun hersencapaciteit vergroten, ze zullen zich beter kunnen focussen op een taak en exceleren in multitasking. Het zal hen ook beter beschermen tegen de achteruitgang bij het verouderen of na een neurologische aandoening (bvb na een beroerte of opkomende ziekte van Alzheimer).
[Een bijdrage van Serge Muyldermans]
Dankjewel Serge.
Goed dat “Hersenactiviteit (credits: Serge Muyldermans)” genoteerd staat.